
Hans Wiegel is een raspoliticus en uitstekend debater. Op 18 april 1967 werd Hans Wiegel gekozen tot lid van de Tweede Kamer. Op 20 juli 1971 werd hij fractievoorzitter van de VVD. Hij zorgde als jeugdig leider van de VVD door een op de middengroepen en geschoolde arbeiders gerichte koers voor een ...
Hans Wiegel is een raspoliticus en uitstekend debater. Op 18 april 1967 werd Hans Wiegel gekozen tot lid van de Tweede Kamer. Op 20 juli 1971 werd hij fractievoorzitter van de VVD. Hij zorgde als jeugdig leider van de VVD door een op de middengroepen en geschoolde arbeiders gerichte koers voor een sterke groei van zijn partij.In het eerste kabinet Van Agt werd Hans Wiegel Minister van Binnenlandse Zaken en vice-premier. Als minister was Hans Wiegel onder meer verantwoordelijk voor wetten waarin zaken zoals het rechtstreeks kunnen kiezen van Nederlandse leden van het Europees Parlement, het instellen van de Nationale Ombudsman en het verplicht stellen van een Gemeentelijk rampenplan werden geregeld.
Na zijn periode als minister, en een korte tijd in de Tweede Kamer, vertrok Hans Wiegel uit de landelijke politiek om per 16 juni 1982 Commissaris van de Koningin in de provincie Friesland te worden. Deze functie vervulde hij 12 jaar. In 1986 weigerde Hans Wiegel na druk van de Friese Staten, de functie van minister van Binnenlandse Zaken in het tweede kabinet Lubbers.Van 1995 tot 2000 was Hans Wiegel lid van de Eerste Kamer. Hij was op 18 mei 1999 verantwoordelijk voor wat de Nacht van Wiegel is gaan heten toen hij tegen een wetsvoorstel voor een correctief referendum stemde. Dit leidde tot een korte kabinetscrisis van het tweede Paarse kabinet.Op 1 februari 1994 werd Wiegel voorzitter van het Contactorgaan Landelijke Organisaties van Ziektekostenverzekeraars, dat vanaf 1995 na een fusie met de V.N.Z de Zorgverzekeraars Nederland ging heten. Deze functie heeft hij tot 2012 bekleed. Wetenswaardigheden over Hans Wiegel:
Behoorde in februari 1968 tot de minderheid van zijn fractie die vI³I³r een motie-Van der Stoel stemde, waarin werd de regering werd gevraagd aan te dringen op stopzetting van de bombardementen in Vietnam en op het starten van onderhandelingen.