This site requires JavaScript to render the code.

Need to know how to enable JavaScript? Go here.

Speakers

De CEO moet wereldverbeteraar zijn

We moeten naar ‘duurzaam’, ‘circulair’ en ‘inclusief’. Als CEO’s naar buiten treden klinken ze als leiders die de wereld beter willen maken. Maar als het erop aan komt gaan ze voor de winst en de beurskoers van vandaag. Ze kunnen niet anders, zeggen ze dan, zo is het systeem nou eenmaal. Hoogste tijd dat systeem te veranderen, een gelijk speelveld te creëren en ervoor te zorgen dat de CEO een wereldverbeteraar kan, nee, moet zijn.

drs. Jeroen Smit

Onderzoeksjournalist | Bestsellerauteur

Jeroen Smit: “Niemand kan succesvol zijn in een wereld die faalt. Als het virus ons ergens mee helpt is het dit besef, de wetenschap dat we maar één wereld hebben. Het lukt alleen niet die les om te zetten in daden. Tientallen landen hebben nog nauwelijks een vaccin gezien. António Guterres, secretaris-generaal van de Verenigde Naties was er dit voorjaar duidelijk over: “De verspreiding van vaccins is de grootste morele test voor ons allemaal, de wetenschap is succesvol maar de solidariteit schiet te kort.”

COVID-19 is nog maar een vingeroefening. Als de wereld verder opwarmt, de biodiversiteit verder afneemt, het gat tussen rijk en arm toeneemt… We liggen op een koers die weinig goeds belooft. En al helemaal niet voor onze kinderen. Natuurlijk ligt hier een belangrijke opdracht voor overheden. Maar het is ook volstrekt helder dat bedrijven en zeker machtige grensoverschrijdende multinationals, hun enorme kapitaal aan mensen en geld nadrukkelijk zullen moeten inzetten voor het gezond houden van de gemeenschap waaraan ze hun bestaansrecht ontlenen. Dat is uiteindelijk ook in hun eigen belang.

Hoe ziet die ‘morele test’ eruit? Hoe dragen de roergangers van bedrijven, de ‘Chief Executive Officers’, bij aan die zo broodnodige solidariteit? In de eerste plaats moeten ze plannen maken voor 2035-2040, zich daarbij over veel meer ontfermen dan geld verdienen en het welzijn van volgende generaties centraal stellen. Bedrijven zullen voor de verwezenlijking ervan de krachten moeten bundelen en hun kennis moeten delen met partijen die nu vaak nog als de vijand worden gezien, zoals overheden, goede doelen organisaties en concurrenten.

Dat vraagt om wederzijds vertrouwen, dat alleen overeind blijft als alle partijen dezelfde doelen nastreven en transparant zijn over de behaalde resultaten. Het is de oproep van Guterres; overheden en bedrijven moeten nu niet bezig zijn met wie wat onder de streep overhoudt, maar samen alles op alles zetten om de hele wereldbevolking zo snel mogelijk te vaccineren. Van de beloning, een gezonde wereld, profiteert iedereen later.

Dat later is voor CEO’s vaak te ver weg. Daarvoor moeten ze het aan het bedrijf toevertrouwde kapitaal inzetten voor investeringen die pas op de (zeer) lange termijn gaan renderen. Een energie-transitie, het circulair maken van onze economie, de verduurzaming van bijvoorbeeld zoiets als palmolieproductie en het overal kunnen betalen van leefbare inkomens; het zijn ingrijpende systeemveranderingen die veel geld en vooral tijd vergen.

Die tijd is de CEO niet gegund. Alle mooie woorden ten spijt, op de financiële markten regeert het snelle rendement, de korte termijn. Dat is in april weer pijnlijk duidelijk geworden. Het beursgenoteerde Paccar, de Amerikaanse eigenaar van DAF, is niet van plan de ontvangen 49 miljoen euro NOW-steun terug te geven aan de Nederlandse belastingbetaler. Het hoeft niet en is makkelijk verdiend. Ze keren wel 576 miljoen euro dividend uit aan de aandeelhouders. Die aandeelhouders hebben vaak ook de mond vol over zorgplicht voor de gemeenschap, maar peinzen er niet over Paccar te wijzen op hun falende morele kompas. De Nederlandse pensioenfondsen ABP en PFZW trekken ook niet aan de bel, dat zou slecht kunnen zijn voor de waarde van hun Paccar-aandelen en dat is niet goed voor hun dekkingsgraad met alle mogelijke gevolgen voor een korting van pensioenen.

Worstelen met koers

Onze CEO’s worstelen duidelijk met hun koers. Aan zes leiders (DSM, Boskalis, Unilever, Shell, ABNAmro, FrieslandCampina), is in het televisieprogramma ‘De Achterkant van het Gelijk’ dit voorjaar gevraagd wat ze zouden doen als hun bedrijf ‘plastic’ uitvindt dat helemaal oplost zodra het in het water komt. Wie zet er een patent omheen en richt zich eerst op geld verdienen en wie vindt dat die kennis onmiddellijk en gratis met de hele wereld moet worden gedeeld om het gigantische probleem van plasticvervuiling zo snel mogelijk aan te kunnen pakken?

De kijkers hoorden hun hersenen kraken; ze vonden natuurlijk allemaal dat het oplossen van dit probleem belangrijker was dan de winstgevendheid van hun bedrijf, maar die kennis zomaar weggeven dat kon toch niet, want een investering moet renderen. Misschien een verstandige prijs in rekening brengen? Ze kwamen er niet uit. Hun denken zat muurvast in spreadsheets en beurskoersgrafieken gericht op het volgende kwartaal.

Een ondernemer die vanuit een eigen moraliteit handelt, omdat hij de wereld wil verbeteren, is in de ogen van Friedman niet betrouwbaar

De enkele moedige CEO die hier hard tegenin gaat, een ‘force for good’ probeert te zijn, legt het af. Emmanuel Faber, CEO van Danone, verkondigde vorig jaar trots dat het Franse bedrijf met een consequente focus op lange termijn duurzaamheid het standbeeld van Milton Friedman omver had getrokken. Een half jaar later werd hij de laan uitgestuurd omdat ontevreden aandeelhouders vonden dat het bedrijf sneller meer winst moest maken.

CEO’s ontsnappen niet aan de realiteit die de beroemde econoom Friedman in 1970 de wereld instuurde: als het legaal is en je er geld mee kan verdienen, dan moet je het doen, anders ben je een slechte ondernemer en doet de concurrent het. Een ondernemer die vanuit een eigen moraliteit handelt, omdat hij de wereld wil verbeteren, is in de ogen van Friedman niet betrouwbaar. Als een samenleving wil dat bedrijven zich anders gaan gedragen moeten overheden de wet veranderen, stelt de Nobelprijswinnaar. Wetten bieden bedrijven bescherming tegen ‘fout’ gedrag van concurrenten.

Als we de redenering van Friedman volgen verandert het speelveld op het moment dat bestuurders en toezichthouders wettelijk worden verplicht ervoor te zorgen dat hun bedrijven zich over de grote vraagstukken van deze tijd ontfermen. Zo weten CEO’s (en hun aandeelhouders!) dat de inzet voor circulair, duurzaam en inclusief geen concurrerend voor- of nadeel oplevert. Iedereen moet zich daarvoor inzetten. Het wordt de nieuwe standaard. Een voorstel voor zo’n wetswijziging, gemaakt door hoogleraar ‘corporate governance’ Jaap Winter en gedragen door 25 hoogleraren Ondernemingsrecht, ligt al enige tijd klaar.

De weerstand, eigenlijk angst, onder CEO’s en commissarissen voor in wetten vastgelegde spelregels is enorm. Worden we dan niet om de haverklap voor de rechter gedaagd? Dat is toch slecht voor onze concurrentiepositie! Amerikaanse aandeelhouders zullen zich afkeren, mij de wacht aan zeggen, zodat ik helemaal geen bijdrage meer kan leveren. Bovendien vinden deze ‘leiders’ dat ze geen wetten nodig hebben om moreel het juiste te doen, ze kunnen heel goed zelf bedenken wat nodig is. Bedenken misschien wel, maar in de praktijk lopen ze nu vast. Zo’n wettelijke verankering van een brede verantwoordelijkheid legt als het ware een bodem onder een relatief veilige ontwikkeling van hun eigen morele kompas.

Over schaduw heen springen

Onze CEO’s moeten een handje worden geholpen om over hun schaduw heen te kunnen springen, moedig te zijn, deze draai te maken en aan de slag gaan. Onze buren zijn er gelukkig al mee bezig, Frankrijk heeft de Loi Pacte, Duitsland heeft een soortgelijke wet klaar liggen en het Europees Parlement wil dat de Europese Commissie met een wet komt die bedrijven verplicht verantwoording af te leggen over hun bijdrage aan mensenrechten en milieu.

Onze leiders zitten hoog, kijken verder, zien als het goed is wat de toekomst nodig heeft en voelen zich daar verantwoordelijk voor

Zo wordt duurzaam, circulair en inclusief ondernemerschap de logische standaard. Dat is belangrijk omdat verreweg de meeste consumenten als ze de keuze hebben, nu niet extra willen betalen voor de duurzame variant. De meeste mensen zijn immers niet bezig met het einde van de wereld maar met het einde van de maand. Bovendien wantrouwen ze bedrijven die zich op de borst slaan als duurzaam, die willen toch ook vooral geld verdienen aan duurzaamheid? Waarom zou dat ten koste moeten gaan van hun portemonnee?

Natuurlijk, die duurzaam-circulaire standaard zal betekenen dat veel producten en diensten voor alle afnemers duurder worden, simpelweg doordat de externe effecten, zoals schade aan milieu en klimaat, opeens worden meegenomen, er als het ware een echte prijs wordt gerekend. Omdat die prijs helpt de wereld als gemeenschap gezond te houden, profiteren we daar uiteindelijk allemaal van.

Als het goed is lopen onze leiders hierin voorop. Ze zitten hoog, kijken verder, zien als het goed is wat de toekomst nodig heeft, voelen zich daar verantwoordelijk voor. Waarom zouden Nederlandse CEO’s, die naast koopman toch ook graag dominee willen zijn, deze draai nu niet maken? Zo kunnen ze laten zien dat ze niet langer leiden vanuit controle en wat ze kennen, maar onderzoekend en kwetsbaar sturen op wat de gemeenschap van hem (en gelukkig steeds meer haar) vraagt. Eigenlijk is een CEO die geen wereldverbeteraar is helemaal geen leider.”

Bron: ACADEMY Magazine 2021-2022

Jeroen Smit

drs. Jeroen Smit

Onderzoeksjournalist | Bestsellerauteur

Jeroen Smit is onderzoeksjournalist en auteur van de boeken 'Het grote gevecht', 'Het drama Ahold'...

Offerte opvragen Bekijk het profiel