Sinds de crisis van 2008 groeit het besef dat banken en grote ondernemingen zich niet primair moeten richten op geld verdienen, maar in de eerste plaats dienstbaar moeten zijn aan de samenleving waarin ze opereren.
Het grote gevecht. Deze drie woorden die samen de titel vormen van mijn boek dienden zich meteen aan toen ik er in het voorjaar van 2017 aan begon. Eerdere boeken, ‘Het Drama Ahold’ en ‘De Prooi’, gingen vooral over topmannen Cees van der Hoeven (Ahold) en Rijkman Groenink (ABN Amro) die, zoals zovelen, gegrepen waren door het adagium dat het verdienen van geld voor de aandeelhouders de hoogste prioriteit moest krijgen. Beiden gingen onderuit.
Sinds de crisis van 2008 groeit het besef dat banken en grote ondernemingen zich niet primair moeten richten op geld verdienen, maar in de eerste plaats dienstbaar moeten zijn aan de samenleving waarin ze opereren. Daarvoor moeten ze lange termijn belangen centraal stellen in hun bedrijfsvoering. Maar hoe doe je dat in een tijd waarin het vertrouwen in multinationals laag is en dagkoersen nog steeds het sentiment bepalen?!
Wat is eigenlijk de ruimte voor enorme bedrijven als Unilever om het goede te doen? Deze vragen wilde ik beantwoorden in mijn derde grote journalistieke onderzoek”, zegt de bedrijfskundige, tot enkele jaren geleden hoogleraar journalistiek. “In 2011 leerde ik Paul Polman kennen, toen net twee jaar de baas bij Unilever. Een opmerkelijke CEO die steeds sprak over 800 miljoen mensen die met honger naar bed gaan, het klimaatvraagstuk. wat onze planeet aankan en het enorme belang van een duurzame economie.
Hij vindt dat grote multinationale bedrijven als Unilever daarbij voorop moeten lopen. Ook omdat overheden er maar niet in slagen met regelgeving het voortouw te nemen. Fascinerend!” Dit nieuwe geluid wordt vooral door overheden en NGO’s enthousiast ontvangen. De Verenigde Naties vragen Polman te helpen om de nieuwe Duurzame Ontwikkelingsdoelen te ontwikkelen, Polman speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van het Klimaatakkoord van Parijs. Zelfs paus Franciscus vraagt hem mee te denken over de ‘Laudato Si’(‘Geprezen zijt gij’), diens tweede encycliek over de zorg voor de schepping.
In februari 2017 wordt de filosofie van Polman getest. Smit beschrijft hoe het Amerikaanse Kraft Heinz voor 135 miljard euro de Brits-Nederlandse multinational probeert over te nemen . “Ik dacht meteen; dit is een boek, dit is het gevecht tussen de langetermijnvisie van mensen als Polman die geld verdienen als middel zien versus de regerende opvatting van Milton Friedman die 50 jaar geleden stelde: ‘the business of business is business’.
In de ogen van de beroemde Amerikaanse econoom is het simpel: als je bijvoorbeeld een zak geld kan verdienen door een oerwoud te kappen, dan moet je dat gewoon doen. Anders ben je een slechte ondernemer, doet iemand anders het. Zorgen over het klimaat los je maar op door privé geld te investeren in het planten van bomen. Als een gemeenschap niet wil dat het oerwoud wordt gekapt, moeten ze een regering kiezen die wetten maakt die dat verbieden.
Volgens Polman is de visie van Friedman gedateerd. Het lukt overheden nauwelijks om wetten te maken die bijvoorbeeld de verandering van het klimaat aanpakken, of de groeiende kloof tussen arm en rijk helpen oplossen. Daarom moet het bedrijfsleven zich wel degelijk door een verstandige op lange termijn resultaten gerichte moraal laten leiden.”
Het boek begint met dat agressieve bod van de eigenaren van Kraft Heinz, drie Braziliaanse miljardairs en superinvesteerder Warren Buffett. “Polman wist dat het na een overname van Unilever alleen zou gaan over kosten besparen. Met die duurzame opdracht zouden ze zich nauwelijks bezighouden”, zegt Jeroen Smit, die sympathiseert met Polmans gedachtegang. “Ik bewonder zijn authenticiteit. Hij wil echt de wereld redden, voelt zich daar verantwoordelijk voor, was meer een wereldverbeteraar dan CEO, liep daardoor eigenlijk te ver voor de troepen uit.”
Terugblikkend: “Polman wist op een briljante manier Kraft Heinz het bos in te sturen, maar betaalde een hoge prijs. Op de beurs werd Unilever na de overnamedreiging ruim 30 miljard euro meer waard. Het bedrijf moest een deel van de agenda van Kraft Heinz uitvoeren om te voorkomen dat het alsnog zou worden overgenomen. Zo moest de marge versneld van 16 naar 20 procent.
Aandeelhouders bleven Unilever trouw, ook omdat onder hen de opbrengst van de verkoop van de margarineafdeling (het Nederlandse DNA van Unilever), bijna acht miljard euro, werd verdeeld. Die aandeelhouders, zoals onze grote pensioenfondsen, vinden duurzaamheid belangrijk, maar als iemand honderden miljoenen extra wil betalen voor het belang dat ze in een bedrijf als Unilever hebben, dan verkopen ze toch. Zeker nu pensioenen niet kunnen worden geïndexeerd, waarschijnlijk zelfs worden verlaagd.” Heel frustrerend voor Polman, die juist aandeelhouders nodig heeft die zich voor de lange termijn aan zijn doelen willen verbinden.
Smit: “Ik probeer in mijn boek de spanningsvelden te schetsen en te laten zien dat het grote gevecht ook over jou en mij gaat. Die ongeduldige aandeelhouder die nu rendement wil, zit in ons allemaal. We hebben de wereld te leen van onze kinderen en maken ons zorgen over hun toekomst, over het klimaat, het groeiende aantal mensen dat niks heeft, maar zodra we in een economisch wezen veranderen willen we vooral geen dief van onze eigen portemonnee zijn.
Of het nu gaat over consumeren, geld verdienen of beleggen: we genieten van onze vrijheid en vinden het lastig om verantwoordelijkheid te nemen. Zeker als dat nu geld kost en het rendement waarschijnlijk pas over 10-15 jaar kan worden genoten. Het heeft ook iets elitairs. Gele hesjes-demonstranten in Frankrijk verwijten hun president Macron dat hij zich zorgen maakt over het einde van de wereld, terwijl zij zich zorgen maken over het einde van de maand.”
160 Gesprekken
De afgelopen twee jaar heeft Jeroen Smit 160 gesprekken gevoerd met mensen binnen Unilever én vertegenwoordigers van concurrenten, pensioenfondsen, politici en NGO’s. Om net als in zijn eerdere boeken tot een lopend verhaal te kunnen komen, citeert hij niemand direct. Hij vertelt ook niet met wie hij heeft gesproken, maar checkt hun verhalen. “Ik laat dus in het midden of ik Polman wel of niet heb gesproken.
Die ongeduldige aandeelhouder die nu rendement wil, zit in ons allemaal.
Met het perspectief van de ‘alwetende verteller’ neem ik weer een risico. Ik kan alleen maar hopen dat de hoofdrolspelers dit boek als een valide reconstructie zullen erkennen. Net als in mijn eerdere boeken gaat het vooral over leiderschap. Over Polman, maar ook over diens voorgangers. Dat is belangrijk, ook voor Polman was Unilever al met duurzaamheid bezig.
Wist je bijvoorbeeld dat het bedrijf in 1996 als eerste een samenwerkingsverband met het Wereld Natuur Fonds aanging? Dat de Marine Stewardship Council is gericht op het duurzaam maken van de visvangst? Bij Unilever realiseerden ze zich dat ze nog een tijdje veel geld konden verdienen aan vissticks, maar dat uiteindelijk niemand gebaat is bij het leegvissen van de oceanen. Dat is een ramp voor alle betrokkenen, ook voor Unilever. Als de vis op is, is er ook geen verdienmodel meer.”
Niemand kan succesvol zijn in een wereld die faalt, is een uitdrukking die Smit graag overneemt. “Het bedrijfsleven moet zich over de samenleving en de langetermijnvraagstukken gaan ontfermen. Polman is daarin een moedige pionier gebleken. Een maand na zijn aantreden in 2009 hield hij op met het presenteren van kwartaalresultaten. Hij gaf daarmee vooral aan dat hij dat kortetermijndenken verfoeide.
De aandeelhouders waren boos en de Financial Times sprak er schande van: ‘Wat is in deze man gevaren?’ In 2010 presenteerde hij het Unilever Sustainable Living Plan, waarin stond: ‘In 2020 is de omvang van Unilever verdubbeld en de milieubelasting gehalveerd, hebben we een miljard mensen geholpen met het verbeteren van hun hygiënische leefomstandigheden en kopen we al onze landbouwproducten duurzaam in’.
Een paar jaar later realiseerde hij zich dat de wereld pas duurzaam kan worden als er geen armoede meer is en ging Unilever zich ook richten op het mogelijk maken van een leefbaar inkomen. Een deel van al die doelstellingen is gerealiseerd. De omzet groeide van 40 naar 53 miljard euro. Polman is er vooral trots op dat de omzet van de duurzaam geproduceerde producten harder groeide dan de rest. Maar hij had ook de pest in.
Ik laat in het midden of ik Polman wel of niet heb gesproken.
In de tien jaar dat hij aan het roer stond, hebben financieel analisten hem nooit een vraag gesteld over de duurzame doelen van Unilever, ze wilden alleen maar weten hoeveel flesjes Dove en Magnum ijsjes waren verkocht. Polman had veel verder willen zijn. Het is de tragiek van de pionier dat erkenning pas veel later komt.”
“Ik hoop dat de lezer door het verhaal van Unilever-Polman wordt geïnspireerd”, zegt Jeroen Smit. In zijn vorige boeken schrijft hij vooral wat er is misgegaan, nu stelt hij onomwonden dat bedrijven het kortetermijndenken moeten loslaten, voor het duurzame resultaat moeten gaan en die morele plicht hebben.
“Oplossingen? Wie ben ik? Ik beschrijf de geschiedenis van Unilever en Polman. Hij heeft het vertrouwen gekregen om een paar zeer belangrijke stappen te zetten. Ik hoop dat meer bedrijven hierop gaan voortborduren. Polman heeft vijf stappen vooruit gezet en na Kraft Heinz misschien twee stappen terug moeten doen.
Vooral het mislukken van het creëren van een hoofdkantoor in Rotterdam doet pijn. Dat had een veilige haven moeten worden voor de duurzame, multi ‘stakeholder’-ambities van Unilever. De multinational zou na bijna 90 jaar de Nederlandse nationaliteit krijgen. Het gedoe rondom de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting, maar vooral ook door de Brexit gestuurde nationalistische sentimenten frustreerden dit plan.
Als ik een ding heb geleerd is het dit: overheden zullen actiever moeten worden, langs de weg van grensoverschrijdende afspraken en wetgeving bedrijven moeten helpen om duurzamer te gaan werken. De kosten van nu niks doen, vallen straks veel hoger uit als het mis gaat. Laatst vertelde iemand mij dat ingenieurs biddend tot God vragen om hun dagelijks brood en af en toe een watersnood…. Pas na die ramp in Zeeland werden miljarden vrijgemaakt voor de Deltawerken. Ik hoop met Paul Polman dat we geen rampen nodig hebben om ons gedrag stap voor stap te veranderen.”
Tekst: Jacques Geluk
Jeroen Smit is onderzoeksjournalist en auteur van de boeken 'Het grote gevecht', 'Het drama Ahold'...
Offerte opvragen Bekijk het profiel