"De kwaliteiten die iemand geschikt maken als leider van een groot bedrijf, maken hem of haar ongeschikt voor de politiek en vice versa."
Een goede leider van een onderneming is een slechte politicus. Of, in de uitgebreide versie: De kwaliteiten die iemand geschikt maken als leider van een groot bedrijf, maken hem of haar ongeschikt voor de politiek en vice versa. Je hoort het de laatste tijd steeds vaker als verklaring voor het atypisch gedrag van de nieuwe president van de Verenigde Staten.
Onafhankelijk van aan welke kant je staat, betekent die stelling ook dat politici of ondernemers niet deugen. Het is waar: de meeste topmanagers hebben geen hoge pet op van politici: Je kunt er niet van op aan, ze zijn niet te vertrouwen, vandaag zeggen ze dit, morgen dat, waaien mee met alle winden, zeggen niet waar het op staat, hunkeren naar macht, zijn druk in de weer met woorden, punten en komma’s, draaien om de dingen heen, het duurt eindeloos lang voordat er een beslissing is. Wie waarover de baas is is vaak onduidelijk, valkdeskundigheid speelt nauwelijks een rol, iedereen mag over van alles meepraten en in verkiezingstijd zijn het andere mensen dan daarvoor of daarna.
Leiders van grote ondernemingen zeggen wél waar het op staat en draaien er niet omheen. Ze vinden dat als je iets voorstelt dat niet op één A4-tje kan, je er nog niet goed genoeg over nagedacht hebt. Het is volstrekt duidelijk wie waarover de baas is. Ze kunnen in ‘real time’ beslissingen nemen en afspraak is afspraak. Verder zijn ze nogal constant in hun gedrag.
“Met wie zou je dan het liefst op vakantie willen gaan? Met een politicus of met een ondernemer?”
Als je die twee karakteriseringen naast elkaar legt, met wie zou je dan het liefst op vakantie willen gaan? Met een politicus of met een ondernemer? De mensen die niet van ondernemers houden, noemen daar vaak als reden voor dat ondernemers voortdurend bezig zijn met – nog meer – geld verzamelen, met het maximaliseren van winst en met het (nog) rijker maken van de aandeelhouders. Dat vinden ze egoïstisch en afkeurenswaardig gedrag. Solidariteit is bij ondernemers ver te zoeken. Ze leveren geen bijdrage aan een rechtvaardige verdeling van de welvaart en daarom hoef ik er niet mee op vakantie. Helder!
Zeker, er zijn veel ondernemers die gedreven worden door geld, status en macht. Tot die groep behoren de neoliberale, Angelsaksische leiders van de bekende beursgenoteerde ondernemingen. We treffen ze vooral aan in Amerika en Engeland en op het vasteland van Europa scoort Nederland hoog met bedrijven als Shell, Unilever, Akzo Nobel en Reed Elsevier.
Maar er bestaan ook Rijnlandse ondernemers. Dat zijn ondernemers voor wie de liefde voor het vak en het product groter is dan de liefde voor het geld en de lange termijn (continuïteit) belangrijker is dan de korte (kwartaalwinst).
We vinden ze vooral in Duitsland (Bosch, BMW), Frankrijk (Alstom, Airbus), maar ook in Nederland: VDL, Bavaria, Van Bommel. Verder zijn het meesters in netwerken en samenwerken en daarom denken ze altijd in termen van ‘win-win’: jouw succes is onze winst.
De belangrijkste overeenkomst tussen politici en Rijnlandse ondernemers is dat beiden missie-gedreven in plaats van geld-gedreven zijn: Wat zou ons land, er mooi uitzien als onze ideeën werkelijkheid zouden worden, c.q. als iedereen zou kunnen genieten van onze producten en diensten. Beiden hebben een visie voor de lange termijn en respect voor de historie.
“Wordt een Angelsaksische CEO president van een land, dan zijn andere landen de nieuwe concurrenten en wordt het vanzelfsprekende doel ‘America First’.”
Een Angelsaksische ondernemer benoemen als president van een land, helpt de beschaving niet echt vooruit, al was het alleen maar omdat die niet zo veel op heeft met het rechtvaardiger verdelen van de welvaart en het opkomen voor mensen die pech hebben. Ze houden meer van concurreren dan van samenwerken. De wereld is voor hen een slagveld met winnaars en verliezers, want: mijn winst is jouw verlies. Wordt een Angelsaksische CEO president van een land, dan zijn andere landen de nieuwe concurrenten en wordt het vanzelfsprekende doel ‘America First’.
Neoliberale Angelsaksische ondernemers zijn dus ongeschikt om een rol te spelen in de wereldpolitiek. Rijnlandse ondernemers zou je een kans moeten geven.
Mathieu Weggeman heeft als focus voor zijn onderzoek gekozen voor het begrijpen en verklaren van...
Offerte opvragen Bekijk het profiel