"Terwijl steeds meer landen zich proberen af te sluiten van de grote boze buitenwereld openen twee kluizenaarskoninkrijken juist hun deuren."
Als ik zeg dat ik alle landen van de wereld wil bezoeken, krijg ik enthousiaste reacties met direct daarop de vraag of ik Noord-Korea al heb bezocht. Bij het antwoord ‘ja’ valt ongeloof mij ten deel. Blijkbaar heeft de Democratische Volksrepubliek Korea een reputatie hoog te houden: van alle 198 landen het lastigst binnen te komen.
Omdat ik een groepsreis boekte viel het mee, maar historisch gezien is dat beeld begrijpelijk. Al in de 19de eeuw was Korea gekant tegen moderne invloeden en sloot het de grenzen. Alleen met China onderhield het nog betrekkingen. Sindsdien ging Korea door het leven als het Kluizenaarskoninkrijk.
Er zijn nu twee Korea’s. Het zuidelijke deel is met 51 miljoen inwoners de 11de economie ter wereld. Het Noorden blijft ver achter: met 25 miljoen inwoners staat het economisch op plaats 125.Dat levert contrasten op. Seoel is een lichtstad; in Pyongyang is nauwelijks straatverlichting.
Acht jaar geleden zette ik voet op de Noord-Koreaanse bodem. Mijn hotel stond op een eiland en mijn bewegingsvrijheid was beperkt tot de gangen van het hotel. Het verblijf was van minuut tot minuut van bovenaf vastgelegd, begeleid door reisleiders die op robots leken. Bijna eng indrukwekkend was een voorstelling van het Arirang Festival. In een stadion met een capaciteit van 150.000 mensen, het grootste ter wereld, vond een gymnastische en artistieke opvoering plaats dat zijn weerga niet kende. De tienduizenden deelnemers maakten mozaïekfoto’s mogelijk door op het juiste moment gekleurde kaarten omhoog te houden. Zo demonstreerden ze de macabere schoonheid van het individu dat opgaat in de massa. Na anderhalf uur werd een wereldbol met een verenigd Korea het veld opgedragen.
De beide Korea’s praten weer met elkaar en vanaf overmorgen is het in de beide landen zelfs even laat, omdat Noord-Korea de klok een half uur verzet.
Is er hoop voor de wereld? Je zou er bijna in geloven nu dichter bij huis ook Saoedi-Arabië aan het veranderen is. Voorlopig is het nog een onneembare vesting, want een toeristenvisum verstrekken de autoriteiten niet. Maar de nieuwe kroonprins Mohammad bin Salman stoomt zijn koninkrijk nu eindelijk klaar voor de 21ste eeuw. Vrouwen mogen er vanaf de zomer zelf auto rijden en dat is een hele stap vooruit in een land dat consequent alle mensenrechten, en die van vrouwen in het bijzonder, met voeten trad. Vorige maand mochten de Saoudi’s bovendien voor het eerst sinds 1983 weer naar de bioscoop. Vertoond werd Disney’s Black Panther waarin een (zwarte) prins zijn land transformeert. Hoe toevallig.
Klap op de vuurpijl is de aankondiging dat Saoedi-Arabië binnenkort de eerste toeristenvisa zal uitgeven. Terwijl steeds meer landen zich proberen af te sluiten van de grote boze buitenwereld daar openen de twee kluizenaarskoninkrijken juist hun deuren. Over dat laatste hoor je mij niet klagen.
Deze column is eerder gepubliceerd in het FD op op 3 mei 2018
Farid Tabarki doet als trendwatcher onderzoek naar de veranderende tijdsgeest. Dat doet hij niet...
Offerte opvragen Bekijk het profiel