Als kind krijgt Ismail Aghzanay het etiket ‘onhandelbaar’ opgeplakt en moet hij naar het speciaal onderwijs. Het duurt even voor hij over zijn hekel aan leraren heen komt en het aandurft zelf het onderwijs in te gaan. Met succes. In 2018 wordt hij Rotterdams en in 2021 landelijk leraar van het jaar. Zijn nieuwe boek, ‘Het geheim van de leraar’, dat hij samen met twee andere professionals schrijft, is inmiddels uit. Hij hoopt dat veel collega’s ermee gaan werken, zodat kinderen en jongeren de erkenning en steun krijgen die zij verdienen.
“Steeds meer leraren vinden het pedagogisch gezien moeilijk verbinding te maken met bepaalde leerlingen. Zij zitten met de handen in het haar, weten niet hoe ze hun leerlingen moeten ‘aanzetten’ en hebben moeite met klassenmanagement. Ze zijn het vaak beu en lopen het risico te veranderen in zeurderige types. Daarom zijn we in gesprek gegaan met professionals over hoe zij denken het verschil te maken en wat ze terugkrijgen van leerlingen. Die hebben we gevraagd welke docenten hen zijn bijgebleven. Uit die gesprekken zijn vier hoofdthema’s voortgekomen: relatie en communicatie, hoge verwachtingen en cultuur, structuur en authenticiteit. Wij onderbouwen onze visie aan de hand van wetenschappelijk onderzoek en geven in ons boek praktische voorbeelden en opdrachten, waarmee docenten meteen aan de slag kunnen”, vertelt Ismail Aghzanay.
Van ‘onhandelbaar’ jongetje naar leraar van het jaar
De ooit als ‘te aanwezige’ leerling bestempelde Rotterdammer heeft het als leraar tot zijn missie gemaakt ieder kind te zien, horen en steunen. Dat betekent niet dat hij kinderen met fluwelen handschoenen aanpakt. Hij combineert kwetsbaarheid, humor en empathie (‘spreek met je hart en bereik andere harten’) met discipline en structuur. Die twee elementen zijn in zijn ogen heel belangrijk, zeker in het onderwijs. Samen met wat Ismail (32) in zijn jeugd heeft gemist en meegemaakt vormt dat de basis van zijn manier van lesgeven.
Ismail groeit op in een traditioneel gezin in een achterstandswijk. Zijn vader werkt, moeder is thuis. In groep 2 vraagt hij veel aandacht. “Als je die niet krijgt, ga je er op een vervelende manier om vragen. Enkele keren per week werd ik de klas uitgestuurd omdat ik mij niet aan de regels hield en moest ik op een bankje in de gang zitten. Mijn superlieve lerares had niet de expertise met leerlingen zoals ik om te gaan. Diversiteit en cultuursensitiviteit speelden toen nog nauwelijks een rol, waardoor zij geen zicht had op mijn leefwereld.”
De schoolleiding houdt zich daarmee halverwege de jaren negentig niet bezig en vindt dat Ismail niet past in het reguliere onderwijssysteem. Het ‘passende’ gezamenlijke besluit valt hem naar het speciaal onderwijs te sturen. Ismail is het er niet mee eens, maar hem is niets gevraagd. Zijn ouders zien de leerkrachten als autoriteiten voor wie je respect moet hebben.
“Mijn vader zei: ‘Ismail, thuis ben ik je vader en is dat jouw moeder. Op school zijn dat jouw ouders’. Zij dachten dat het speciaal onderwijs het beste voor mij was, maar ik dook op de dag dat mijn leerkracht mij thuis kwam ophalen onder het stapelbed en verstopte me. Zij trok me daar letterlijk onder vandaan en nam me mee. Ik werd naar mijn nieuwe school gebracht. Het eerste dat ik daar zag was hoe leerlingen door leerkrachten werden gefixeerd.” Desondanks vindt Ismail het stoer dat hij steeds door een andere taxiauto wordt opgehaald, maar al snel hoort hij opmerkingen uit de buurt. ‘Hij gaat naar die debielenschool’.
“Ik heb daar heel de basisschool doorlopen. Aan het einde van die periode werd de klas gewaarschuwd: wie zich niet gedraagt of niet zijn best doet gaat ook naar het speciaal voortgezet onderwijs. Toen heb ik de knop omgedraaid. Dat wilde ik niet. Ik was zo vlot met het maken van mijn werk, dat ik altijd vooruit mocht werken. Rekenen, taal, spelling, alles ging goed. Een leraar vertelde me ook dat ik een hoger niveau aankon, maar dat een vmbo-basisopleiding toch het beste voor me was. In mijn hoofd maalde echter alleen dat ik naar een normale school mocht. Op mijn 31ste kwam ik tijdens een studiedag waarop ik een lezing mocht verzorgen mijn eerste mentor tegen. Hij herinnerde zich mij en zei: ‘Het was voor ons niet gebruikelijk iemand aan te nemen van het speciaal onderwijs, maar we wilden jou een kans geven’. Dat wist ik niet en was tof om te horen. Het heeft mij echt wat gedaan en gevormd.”
Ismail moet later op het mbo, doordat hij niet de juiste startkwalificatie heeft, opnieuw op een te laag niveau beginnen. Hij loopt stage op een andere mbo-school die de opleiding sociaal-cultureel werk aanbiedt. “Echt iets voor mij volgens een collega. Bovendien waren twee studie-loopbaanbegeleiders me liever kwijt dan rijk. Volgens een docent met wie ik een goede band had was ik ‘te aanwezig, maar tegelijk sociaal’. Bovendien, ik scoorde goed, floreerde vooral als mens en genoot van het sociale.”
Hij doet uiteindelijk mbo 4, maar wil nog geen leraar worden. “Ik had zoveel negatieve ervaringen in het onderwijs. Een leraar zei ooit ‘Je bent dom’. Dat is me bijgebleven. Dat deed me denken aan opmerkingen in mijn wijk over die debielenschool. Mijn verwachtingen waren daardoor dusdanig laag, dat ik God dankbaar ben dat ik hier nu sta. Met al die lage verwachtingen en verbale uitingen, die enorm funest zijn voor een mens, was het niet gek geweest als ik uiteindelijk was geëindigd in het straatleven.” Er ontstaat een balans. Negativiteit verandert in motivatie. “Ik heb altijd – en dat is onbewust nog zo – de drang te laten zien dat ik slim genoeg ben, het in me heb en het wél kan.”
Docent Ismail is gedisciplineerd en erg van de structuur. “Ik wist meteen dat mijn leerlingen structuur nodig hebben. Dat biedt en creëert veiligheid. In het begin had een aantal leerlingen een hekel aan mij vanwege een bijzondere regel. Leerlingen moesten minimaal drie pennen bij zich hebben. Elke pen die miste betekende een uur nablijven. Een boek vergeten twee uur. Dat kon oplopen tot zes uurtjes als ze een tekst- en een werkboek niet bij zich hadden. Dat was heel streng, maar de reden was dat ik wilde dat mijn leerlingen, die vaak uit een structuurloze omgeving kwamen, het belang inzagen van structuur en discipline voor de manier waarop ze hun verdere leven zouden vormgeven. Als een leerling moest nablijven ging ik de eerste keer een constructief gesprek aan. Als ik voelde dat de leerling oprecht inzag dat dit bijdroeg aan zijn of haar ontwikkeling, mocht die na een uur gaan. Dat was voor mij een manier om te zeggen: ‘Ik gun het je, stel me niet teleur. Ik heb hele hoge verwachtingen van je’. Doordat zij zagen dat ik oprecht was, accepteerden ze veel van mij.”
Nu geeft Ismail les aan leerlingen vanaf 16 jaar. Ook hen laat hij kennismaken met discipline. “Ik kreeg tijdens mijn stage op het mbo-lesbezoek van een van mijn docenten. Een bijna volwassen studente zat te praten terwijl ik aan het uitleggen was. Ik sprak haar daarop aan. Na de derde keer zei ik: ‘Sta op en ga hier zitten’. Mijn docente schrok ervan. Ze had nooit meegemaakt dat een tweedejaarsstudent zo duidelijk was. Ik antwoordde: ‘Mevrouw, ik heb een doel voor ogen. Ze komen hier om wat te leren. Dan heb ik duidelijke regels en verwachtingen, maar leg altijd uit wat mijn kaders en regels zijn en waarom.” Volgens Ismail voelen zijn leerlingen en studenten zich senang en prettig bij hem en vinden ouders het jammer als hij weggaat om een nieuwe uitdaging aan te gaan.
Al zijn docenten en collega’s hebben, samen met zijn jeugdervaringen, zijn fundament gecreëerd. Zijn leerlingen maken de cirkel rond. “Nu train ik zelf docenten en geef lezingen en workshops. Ik neem daarin ook managers en leidinggevenden vanuit managementniveau mee. De bedoeling is hen in hun kracht te zetten, zodat zij leerlingen in een stedelijke context – met alle uitdagingen van dien – kunnen blijven boeien. Ik vertel over discipline en het belang van samenwerken. Dat is cruciaal voor het creëren van kwaliteit. Ik kan het verschil maken in de klas, maar wanneer ik door mijn trainingen andere docenten meekrijg ontstaat een sneeuwbaleffect en worden leerlingen vaker gelijk behandeld.”
Zelf zal Ismail het onderwijs nooit verlaten. Hij hoopt nog vele boeken te schrijven waarbij professionals baat kunnen hebben, blijven spreken en als dagvoorzitter actief zijn en uiteindelijk een eigen school beginnen of schoolbestuurder worden. Ismails verhaal is nog lang niet uit.
Bron: ACADEMY® Magazine 2024
Ismail Aghzanay weet, mede door zijn expertise, authenticiteit, passie en gevoel voor humor, als...
Offerte opvragen Bekijk het profiel