Normaliter zal er op Prinsjesdag veel over de cijfers en maatregelen worden gesproken, alleen dat is aanstaande derde dinsdag van september veel minder het geval. Wat deze Prinsjesdag uniek maakt? En waar het echt over gaat? Dat is niet de miljoenennota maar wat daarna gaat komen. Prinsjesdag als de ultieme campagne voor verkiezingsdag.
Prinsjesdag valt zelden direct vlak vóór verkiezingen, maar de keren dat dit het geval was spreken boekdelen. Neem nou 2006 en 2023. De jaren waren totaal anders, maar Prinsjesdag was precies hetzelfde. De miljoenennota werd niet ingezet als beleidsdocument, maar als rode lap om de verkiezingen mee te winnen. Oppositiepartijen gebruikten de cijfers als munitie, en de regeringspartijen probeerden de nota te framen als verantwoord beleid. Dit is wat we ook aankomende Prinsjesdag zullen zien. De miljoenennota is minder een blauwdruk voor beleid, en meer een moment om de politieke agenda te markeren. Het verandert van een beleidsdocument, naar een campagne document.
Mijn voorspelling? Het kabinet presenteert een begroting waarin de de hete aardappels (grote hervormingen, bezuinigingen, herverdeling) liever worden doorgeschoven. Wat zullen we zien?
Hierin zullen de zittende partijen en de oppositie een totaal andere rol spelen. De zittende coalitie zal Prinsjesdag gebruiken om te laten zien dat men “verantwoordelijkheid neemt” en stabiliteit kan bieden. De oppositie? Nou, daarvoor is het koffertje een goudmijn. Deze kunnen het koffertje en de koopkrachtplaatjes gebruiken als bewijs dat het kabinet “de verkeerde keuzes maakt” en “de problemen voor zich uit blijft schuiven”.
Prinsjesdag is voor politieke partijen eigenlijk het startschot van het politieke seizoen en – in verkiezingsjaren nog sterker – een campagnemoment. Traditioneel gebruiken partijen Prinsjesdag op verschillende manieren om hun profiel te versterken:
1. Het “koopkrachtframe” claimen
Linkse partijen leggen de nadruk op groepen die erop achteruitgaan (bijv. minima, uitkeringsgerechtigden, jongeren). Rechtse partijen benadrukken lastenverlichting, economische groei of steun voor werkenden en ondernemers. Dit wordt vertaald in soundbites: “Dit kabinet laat de middenklasse in de steek” of “Wij zorgen dat werken loont”.
2. Zich profileren als ‘de verantwoordelijke’ of ‘de uitdager’
Regeringspartijen presenteren Prinsjesdag als bewijs dat ze stabiliteit, verantwoordelijkheid en degelijkheid brengen. Het koffertje wordt een symbool van betrouwbaarheid. Oppositiepartijen gebruiken de Miljoenennota als aanvalswapen: cijfers over stijgende lasten, zorgkosten of bezuinigingen worden breed uitgemeten.
3. Eigen stokpaardjes koppelen aan de begroting
GroenLinks-PvdA: legt de nadruk op klimaat en ongelijkheid. Ze zoeken in de begroting waar er te weinig gebeurt op verduurzaming of sociale zekerheid.
PVV en FvD: gebruiken Prinsjesdag om migratie- en EU-onderwerpen te koppelen aan de kosten van de overheid.
VVD: benadrukt economische stabiliteit, koopkracht voor werkenden en lastenverlaging voor ondernemers.
CDA: benadrukken vaak thema’s als gezinnen, zorg of gemeenschapswaarden.
4. Media-exploitatie
Prinsjesdag is een van de weinige dagen dat heel Nederland even naar politiek kijkt. Politici weten dat er camera’s staan, dus quotes zijn kort en mediageniek. Denk aan: “De koning leest een sprookje voor” (klassieke oppositietekst) of “Wij laten Nederland sterker uit de crisis komen” (coalitieframe).
Dit is lastig, maar ik kan je een paar handvatten geven.
1. Check het demissionaire karakter van de Miljoenennota
In verkiezingsjaren is de begroting meestal beleidsarm. Het kabinet schuift grote keuzes door naar een nieuw kabinet. Dus: zie je grote structurele hervormingen of nieuwe miljardenuitgaven? Dan kan je dit niet al te serieus nemen. Dan is de kans immers groot dat het vooral retoriek of een politiek signaal is, want een volgend kabinet moet het gaan doen/
2. Let op de dekking (waar komt het geld vandaan?)
Realistische plannen hebben een sluitende dekking (bezuinigingen of lastenverhogingen ergens anders). Wordt dit gegeven? Dan weet je dat je te maken hebt met realistische goed overwogen plannen. Verkiezingsretoriek? En plannen die vooral bedoeld zijn om de kiezer te overtuigen? Die blijven onduidelijk en vaag. Denk aan “We investeren in zorg, onderwijs en veiligheid” of “De Nederlander weer op 1” zonder plan of harde financieringsbron.
3. Vergelijk met de CPB-doorrekening
Het Centraal Planbureau toetst zowel partijprogramma’s als de Miljoenennota. Wil jij weten of er sprake is van retoriek? Kijk dan goed naar deze doorrekeningen. Is er een groot verschil tussen wat een partij belooft en wat het CPB berekent? Dan is er sprake van verkiezingspraat.
4. Focus op wat binnen één jaar kan gebeuren. De rest is onzin.
Met de verkiezingen in oktober, weten we één ding zeker: de Miljoenennota gaat vooral over 2026. Liggen beloftes verder in de toekomst, denk aan ‘we verlagen de staatsschuld met 50 miljard in 2030?’ Dan zijn ze afhankelijk van toekomstige kabinetten, en zijn ze minder realistisch.
Thema 1 = Woningmarkt
Hoewel vaak niet direct in de Miljoenennota uitgewerkt, is dit hét thema dat de campagne en verkiezingen zal domineren. Investeringen of belastingmaatregelen rond huur, koop en bouwsubsidies zullen breed worden uitgemeten, waarbij vooral de oppositie het kan gebruiken om kritiek te geven op het kabinet.
Thema 2 = Koopkracht en lasten (de portemonnee)
Altijd hét thema rond Prinsjesdag. In een jaar met verkiezingen nóg belangrijker: partijen zullen de koopkrachtplaatjes uitvergroten. Links zal wijzen op groepen die achterblijven (huurders, minima). Rechts op lastenverlaging voor werkenden en ondernemers. Het kabinet zal de cijfers zo aanpassen dat alle groepen er wel goed uitkomen, om te kunnen zeggen: zie je hoe goed we het hebben gedaan?
Thema 3 = Migratie en integratiekosten
In cijfers vaak relatief beperkt, maar politiek enorm explosief. PVV, BBB en VVD zullen migratie koppelen aan oplopende overheidsuitgaven en woningnood.
Thema 4 = Defensie
Nederland heeft zich gecommitteerd aan de nieuwe 5 procent-norm. Dit moet ergens van betaald worden, en zo komt de defensie weer écht op de agenda te staan. Met de toenemende dreiging zullen deze defensie-uitgaven an sich niet controversieel zijn. Alleen de vraag “hoe gaan we dit betalen?” en “ten koste van wat?” wél.
1. Een ‘verkiezingscadeautje’ in de koopkrachtplaatjes
Zelfs een demissionair kabinet wil niet de geschiedenis ingaan als het kabinet dat iedereen armer maakte. Verwacht dus een klein zetje voor middeninkomens of minima.
2. Last-minute accenten
Een kabinet kan vlak voor Prinsjesdag nog schuiven met een miljard hier of daar – symbolisch bedoeld om de angel uit de oppositie te halen (bv. iets extra’s voor zorg of defensie).
3. De PVV kiezer aanspreken
Ik vermoed dat het demissionaire kabinet, nu de PVV eruit gestapt is, maatregelen zal presenteren om nou juist de PVV achterban aan te spreken. Streng op migratie, beter voor arbeiders, betaalbare woningen. Zodat met name de VVD en BBB naar achterban kan zeggen: wij regelen het wél.
4. Politieke profilering ná Prinsjesdag
– VVD zal het frame pakken van “veiligheid, degelijkheid en zekerheid”.
– PVV zal de Miljoenennota gebruiken als bewijs dat “Den Haag niet luistert naar de gewone Nederlander”.
– GroenLinks-PvdA zal hameren op klimaat en ongelijkheid, en de nota aanvallen als te behoudend.
– CDA en BBB zullen zich profileren als de “nuchtere middenstem” die orde op zaken wil stellen na de verkiezingen.
Punt 1: Prinsjesdag is dit jaar geen eindpunt, maar een tussenstation
Omdat het kabinet demissionair is, worden grote beslissingen doorgeschoven. Wat je hoort zijn vooral tijdelijke maatregelen en signalen voor de campagne, niet de definitieve koers. Burgers moeten dus snappen: het echte beleid wordt pas bepaald ná de verkiezingen.
Punt 2: Koopkrachtplaatjes zijn politiek geladen, geen persoonlijke voorspelling
Het CPB laat gemiddelden zien. Maar ieders portemonnee hangt af van gezinssituatie, werk, energiecontract, huur enz. Partijen gebruiken die gemiddelden om elkaar aan te vallen of zichzelf op te poetsen. Zie koopkrachtplaatjes dus als trend, niet als garantie.
Punt 3 – Kijk naar wat er niét besproken wordt
Extraatjes voor minima, middeninkomens of energie zijn vaak verkiezingssignalen. Belangrijker is: wat blijft onbesproken? Denk aan zorgkosten, vergrijzing, klimaat, migratie – thema’s die na de verkiezingen wél op tafel komen. Vraag jezelf dus niet af: wat vind ik van datgene wat er wordt besproken? Nee, vraag jezelf af: wat zijn belangrijke economische onderwerpen die niet besproken zijn?
Prinsjesdag 2025 laat vooral zien waar de pijn zit (financiële krapte, stijgende kosten) en welke symbolen partijen kiezen in campagnetijd. De echte keuzes komen pas ná 22 oktober, en dáár beslis je als kiezer wél over – met je eigen stem.
Jona van Loenen is econoom, schrijver, columnist en start-up bouwer. Dankzij Jona en zijn ideeën...
Offerte opvragen Bekijk het profiel