This site requires JavaScript to render the code.

Need to know how to enable JavaScript? Go here.

Speakers

Dreiging als de motor van vernieuwing

Architect Floris Alkemade is sinds maart Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. ‘Als Rijksbouwmeester heeft hij van 2015-2021 ‘een exceptionele bijdrage geleverd aan de aanpak van complexe maatschappelijke opgaven op het terrein van migratie, wonen en klimaat’. Ook is hem dit jaar de Grote Maaskantprijs toegekend ‘vanwege zijn vele verdiensten in zijn vakgebied’. Als spreker deelt hij het verhaal van deze tijd dat verteld móet worden. Door bouwstops kantelt de hele bouwcultuur. “Dat is geen dreigend verlies, maar een nieuwe doorstart.”

Floris Alkemade

Architect | Voormalig Rijksbouwmeester | Stedenbouwkundig ontwerper

Met de koninklijke onderscheiding wordt niet alleen Floris Alkemade’s intensieve betrokkenheid geëerd bij rijksvastgoedprojecten, zoals de renovatie van het Binnenhof en Paleis Huis ten Bosch. Hij heeft de onderscheiding ook gekregen vanwege de kracht van verbeelding die zijn Rijksbouwmeesterschap typeert:

‘Hij daagde ontwerpers uit door middel van ontwerpprijsvragen om niet alleen te kijken naar fysieke ontwerpen, maar tegelijkertijd naar grote maatschappelijke opgaven, zoals het tekort aan (betaalbare) woningen, eenzaamheid onder ouderen, verduurzaming van kerkgebouwen en nieuwe perspectieven voor het platteland’. Over architectuur en zijn sociale bewogen- en bevlogenheid gaan veel van zijn lezingen en presentaties.

De nu aanstaande uitvoering van de renovatie van het Binnenhof maakt hij niet meer van dichtbij mee als Rijksbouwmeester. “Dat is een wisselfunctie die je tussen drie en vijf jaar bekleedt. Ik heb het uiteindelijk zes jaar gedaan, omdat ik het een goed idee vond in elk geval de ontwerpfase mee te helpen afronden. Het was ontzettend leuk de professionals te selecteren, de planuitwerking te begeleiden en contact te houden met de architecten die zich met dit complexe ontwerp bezighouden. Natuurlijk had ik ook wel de uitvoeringsfase willen begeleiden, maar de essentie van het Rijksbouwmeesterschap is juist dat het een roulerende functie is en dat tevoren bekend is dat je die ook weer moet loslaten. Mijn opvolger kan zich nu vooral op de uitvoering storten.”

Het Rijksbouwmeesterschap op zich heeft hij ervaren als mooie én grote eer, die ‘wel met heel hard werken gepaard gaat’. “Dat komt doordat je daardoor in staat bent, los van politieke of commerciële belangen, echt over de kwaliteit na te denken van de architectuur en de regering te adviseren op het gebied van architectuur en stedenbouw.”

Binnenhof is een grote rijkdom

Over zijn grootste project als Rijksbouwmeester, de renovatie van het Binnenhof, kan Floris Alkemade boeiend vertellen. “In het oude gedeelte is geprobeerd een aantal zaken in de oorspronkelijke staat te herstellen. Zo’n gebouw erodeert in het gebruik en door aanpassingen. Dat levert een mooi spel op tussen de verbeeldingskracht van architecten en de aarzeling van gebruikers om verandering toe te laten.” Volgens Alkemade zijn onder anderen politici ‘niet getraind om in dit soort architectuur en processen van verandering te denken’.

“Ik was graag verdergegaan met het terugbrengen van een aantal oorspronkelijke onderdelen. Bijvoorbeeld de hofkapel, het oudste deel van het Binnenhof. Die herken je nu niet als een apart deel, maar het weer in beeld brengen van de oude afbakening, bestaande uit mooie kappen, zou te veel verschuivingen hebben veroorzaakt. Als ik zie wat wel lukt ben ik blij. Het Binnenhof is wereldwijd één van de oudste regeringscentra. Puur kijkend met een architectenblik lijkt het niet te kloppen. Oude en nieuwe gedeelten en stijlen door elkaar. Toch voelt het als een prachtig afgewogen geheel en een grote rijkdom voor het land.”

Een opmerkelijk gebrek aan angst

In een bouwcultuur en het verlengde daarvan vormt zich de hele cultuur, vindt Floris Alkemade. “Nederland heeft ontzettend goede architecten die over de hele wereld gekend en geroemd worden, dus laten we dat kapitaal ook daarvoor inzetten. Buitenlanders hebben het vaak over de prachtige architectuur in onze steden. Opmerkelijk lijkt het, doordat we in Nederland het vermogen hebben met lage budgetten te werken.” Waarschijnlijk leidt dat juist tot de creativiteit en verbeeldingskracht die onze gebouwen soms heel bijzonder maken. “En een neiging tot een zekere vrijmoedige ongehoorzaamheid. Radicale voorstellen, als de tijd of de situatie daarom vragen, onthullen dat er een opmerkelijk gebrek aan angst heerst onder Nederlandse architecten. Dat doet de architectuur veel goed”, vult Floris Alkemade aan. Gooien bouwstops nu roet in het eten? “Hét verhaal van deze tijd. We staan echt op het punt dat een hele bouwcultuur gaat kantelen.”

Nieuwe ontwerpvrijheid

Is dat niet zonde? “Nee, juist het begin van een prachtige nieuwe doorstart. Zo vormen bouwculturen zich. Een voorbeeld. Na de Tweede Wereldoorlog verdween hout uit de woningbouw. We moesten door de wederopbouw en een naoorlogse geboortegolf snel huizen produceren, dus werd alles van beton met een bakstenen bekleding. Nu komt hout terug, want we moeten bouwen zonder stikstof en CO?-uitstoot. Toch is die omschakeling niet gemakkelijk, want we willen altijd alles blijven doen zoals we het deden. Dan loop je vast. Dit kan echter het moment zijn een aantal kantelingen in gang te zetten en een andere wending te geven aan onze bouwcultuur en architectuur.” Het zou, volgens de architect, goed zijn opnieuw te leren nadenken over houtgebruik in de bouw. Nederlanders willen immers niet in blokhutten wonen.

“Hout als materiaal komt terug in een andere vorm. Dat geeft ons een compleet andere ontwerpvrijheid en dat beginnen opdrachtgevers te ontdekken. We staan aan de vooravond van een leuke wending met ‘bio based’ architectuur, die bovendien goed te prefabriceren is.” Alkemade vindt het ook een mooi moment om – in combinatie met ‘van het gas af gaan’ – te beginnen met het vergroenen van wijken, die daardoor beter tegen hittestress kunnen. Tegelijk moeten we wijken verdichten, door nieuwe op bestaande woningen te bouwen of tegen blinde kopgevels. Ontwerptechnisch is dat volgens hem eenvoudig en levert tien procent verdichten al gauw 800.000 nieuwe woningen op. “Bedreigingen, zoals mensen de huidige situatie zien, kunnen een prachtige motor zijn voor het in gang zetten van een keten van verrassende essentiële vernieuwingen.” Daarnaast moeten we kijken naar meer mogelijkheden om mensen te laten doorstromen en andere woonvormen te omarmen, waaronder ook hofjes met een gedeelde tuin.”

Hét verhaal van deze tijd. We staan echt op het punt dat een hele bouwcultuur gaat kantelen.

Sociale ombouw voormalig klooster

Floris Alkemade heeft in 2008 zijn eigen ontwerpbureau FAA – en later BAU+, opgericht, na jarenlang voor het internationale architectenbureau OMA in Rotterdam te hebben gewerkt. “Ik werkte vooral vanuit Brussel, Parijs en Sint-Oedenrode, maar heb dat op een laag pitje gezet toen ik Rijksbouwmeester werd. Nu doe ik weer architectuuropdrachten. Ik ben bezig met verschillende projecten. Zoals de ombouw van het voormalige klooster van de Zusters Franciscanessen in Veghel, wier gemiddelde leeftijd nu rond de negentig is. Veel projectontwikkelaars azen op het gebouwencomplex met prachtige tuin, maar de zusters gaan niet voor het geld en kiezen voor een sociale agenda. Dat is precies de agenda die ik als Rijksbouwmeester voortdurend gevoerd heb.”
Alkemade is samen met een aantal mensen bezig een grote mix van verschillende woningtypes te realiseren, ook voor zorgbehoevenden.

“Dat sluit aan bij het idealisme van de zusters die hun gedachtegoed op die plek willen laten voortleven.” De buitenkant van het klooster blijft, er komt een aantal gebouwen bij en de tuin, het park, wordt openbaar. “Ik vind het belangrijk als architect de esthetiek van het ontwerpen en het vakmanschap te beheersen, maar dat is de helft van het vak. De andere helft gaat over de vraag voor wie je het doet. Heb je maatschappelijk bewustzijn? Dat is eigenlijk te veel ondergesneeuwd in de afgelopen decennia. Architectuur en projectontwikkelaars zijn te zeer verweven geraakt. Vanuit projectontwikkelaars totaal begrijpelijk, maar ik vind dat je als architect een eigen verhaal op moet houden. Daar vertel ik graag over.”

Revolutionaire tijd

“Architectuur is een deel van een veranderingsproces dat voor veel domeinen in onze cultuur geldt en op ons afkomt. We moeten daar niet bang voor zijn, maar beseffen dat we met de juiste verbeeldingskracht en creativiteit een verandering in gang kunnen zetten waarvan we uiteindelijk allemaal plezier beleven. Wetenschappers moeten beroepsmatig blijven twijfelen aan wat ze zeker denken te weten en voortdurend verder zoeken. Kunstenaars, daar reken ik ook onze ontwerpers onder, moeten zeker weten waaraan zij twijfelen. Een gespiegeld universum, maar wel gespecialiseerd in veranderingsprocessen. Onze politiek en onze markt zijn vooral ingericht op simpele, snelle veranderingen. Maar een jaar vooruitkijken lijkt al veel.

De vragen waarmee we tijdens crises te maken hebben vragen om veel verder vooruitdenken, met ook meer integraliteit. Alleen in fundamentele veranderingen ligt nu nog een weg naar voren. Wetenschappers denken als ontwerpers. Bij beiden komen de benodigde improvisatie, creativiteit, verbeeldingskracht en veranderprocessen naar voren. Het zijn geen gemakkelijke tijden, maar wel zeldzaam relevant. Ik vertel een optimistisch verhaal. Daarover moet het gaan en daar ligt de echte opgave, want het kost geen enkele moeite doemscenario’s als het eindpunt te zien. Gelukkig is dat ook niet nodig, zonder het in de gaten te hebben, zitten we in een enorme revolutionaire tijd.”

Bron: ACADEMY® Magazine 2022-2023

Floris Alkemade

Architect | Voormalig Rijksbouwmeester | Stedenbouwkundig ontwerper

Floris Alkemade is een architect en stedenbouwkundig ontwerper en hij combineert dit werk met het...

Offerte opvragen Bekijk het profiel