
Césare Peeren maakt van afval architectuur en van systemen oplossingen. Als medeoprichter van Superuse laat hij zien hoe circulair ontwerpen impact kan maken – van buurtprojecten tot koninklijk bezoek.
In 1996 begon Césare Peeren met de observatie dat de natuur geen afval kent: de output van het ene systeem is de input voor het andere. Zijn afstudeerproject in de architectuur bevatte toen al thema’s die nu bekendstaan als circulair en duurzaam ontwerpen. Een jaar later richtte hij samen met Jan Jongert het architectenbureau 2012Architecten op – later omgedoopt tot Superuse – om deze ideeën om te zetten in praktijk.
Superuse werd internationaal bekend als pionier in circulaire architectuur en staat aan de basis van vernieuwende concepten zoals Superuse, circulaire steden, oogstkaart, donor gebouwen. Deze methodes zijn gericht op het creatief en systematisch hergebruiken van materialen, energie en andere onderbenutte hulpbronnen. Inmiddels werkt het team met 14 reststromen, waaronder voedsel, warmte, geluid, kennis en zelfs cultuur. De unieke ontwerpen van Superuse zijn iconen van circulaire architectuur geworden. Een sprekend voorbeeld is het community-based project Boschgaard, dat Césare in 2024 toelichtte aan koning Willem-Alexander tijdens een werkbezoek.
Césare is vanaf het begin intensief betrokken geweest bij zowel de creatieve als de praktische kant van het werk – als idealist, visionair, bouwer, docent en directeur. In 2016 legde hij zijn managementtaken neer om zich volledig te richten op het ontwerpen van geïntegreerde duurzame architectuur. Zijn doel: zoveel mogelijk thema’s samenbrengen in elk project, zoals hergebruik, lichtheid, passieve energie en ventilatie, gemeenschapsleven en stadslandbouw.
Met Superuse on Site (S.os), een mobiel laboratorium, werkt hij projectmatig aan locatiegebonden oplossingen. Hij ontwikkelt daar niet alleen architectuur, maar ook kennis – die hij actief deelt via verschillende platforms. Als spreker is hij authentiek, kritisch en benaderbaar. Hij beantwoordt vragen openhartig, gaat niet uit de weg wat nog beter kan, en ziet zijn werk als een voortdurend leerproces waarin samenwerking, transparantie en nieuwsgierigheid centraal staan.
Zoals in de natuur alles met elkaar samenhangt en functioneert in wederzijdse uitwisseling – denk aan een boom waarin vorm, functie en omgeving perfect samenwerken – zo benadert Césare ook architectuur. Door gebouwen te ontwerpen als levende systemen ontstaat niet alleen een gevoel van tijdloosheid en schoonheid, maar ook een positieve impact op milieu, omgeving en bewoners.
"Het mooie van Richard de Leth is dat hij zijn publiek kan inspireren en het gevoel kan geven dat verandering doorvoeren op het gebied van onze voedingskeuzes eenvoudiger is dan wij denken. En dat dit voor iedereen haalbaar is. Iedere kleine stap heeft een positief resultaat. Hij houdt het publiek ook de spiegel voor want in onze maatschappij waarin wij dagelijks toegang hebben tot een overvloed van voeding maken wij niet altijd de juiste keuzes. Moeder Natuur weet wat goed voor ons is en daar moeten wij weer meer op gaan vertrouwen is zijn boodschap. Al met al een presentatie die het publiek met een positief gevoel de zaal doet verlaten. Zo ook tijdens de Voeding & Gezondheid bijeenkomst van onze bank. Ik kan Richard de Leth dan ook van harte aanbevelen als gastspreker."
Sinds 1986 experimenteert hij, samen met Jan Jongert met wie hij Superuse oprichtte, met allerlei hergebruik- en upcycleprojecten, van architectuur tot hele ecosystemen. Zijn manier om de wereld om ons heen te analyseren, opent de ogen van een breed publiek.
Cesare Peeren geeft wereldwijd lezingen over architectuur en stedenbouw, met een sterke focus op innovatie, milieu en hergebruik. Hij is een zeer inspirerende en overtuigende spreker, gedreven door persoonlijke betrokkenheid en idealisme. Cesare's visie op architectuur, de stedelijke omgeving en daarmee samenhangend menselijk gedrag en interactie is zeer interessant voor zowel een professioneel publiek als het grote publiek.
Hij heeft een grote vaardigheid in het beschrijven van ingewikkelde ideeën en systemen op een originele en toegankelijke manier, wat natuurlijk precies is wat we nodig hebben om te begrijpen wat er met de gebouwde omgeving moet gebeuren.