Waar macht en leiderschap zijn, wordt de vergelijking met ‘theater’ gemaakt. Die vergelijking is zelden positief bedoeld. De baas van een bedrijf die ‘toneel’ speelt wordt onwaarachtigheid verweten, hetzelfde geldt voor een politicus. Vaak wordt met ‘toneelspelen’ bedoeld dat iemand zich anders voordoet dan hij werkelijk is, of een emotie overdrijft die de lading niet dekt.
Ook de Griekse filosoof Plato had een hekel aan dit soort gedrag bij machthebbers. In zijn tijd, 350 jaar voor Christus, was het theater ongekend populair maar dat zorgde bij Plato voor argwaan. Hij vond het gebruik van theatrale vormen van machthebbers, zoals het oefenen in retorica, per definitie verdacht. Ook vond hij het maar niets dat in het theater soms gevestigde opvattingen werden bekritiseerd. Als het volk door het theater zou zien dat de gevestigde orde veranderd kon worden, kon het wel eens op het idee komen dit in het echte leven ook te eisen. Hij noemde spookbeeld de ‘theatercratie’ waarin ‘iedereen alles weet, en iedereen bereid is om iets te zeggen; de tijd van verheffen is voorbij, en de tijd van oneerbiedigheid en losbandigheid is begonnen.’
Plato was dus uitermate negatief over de combinatie van macht en theater. Ik ben dat minder. Plato had het namelijk over slecht theater van de macht. Ondernemers en politici die regelmatig in het schelle licht van de belangstelling staan kunnen namelijk ook goede dingen leren van acteurs. Hoe ben je ‘echt’ in een kunstmatige omgeving? De beroemde Nederlandse historicus Huizinga stelde zelfs dat het ‘spelelement’ in de macht juist cruciaal is voor vrede. Macht gaat weliswaar om strijd, maar voor een goed verloop ervan is het belangrijk dat het spel in tijd en plaats beperkt is. Hij schreef: ‘Het spel waarborgt een elasticiteit der verhoudingen, die spanningen toelaat, welke anders ondragelijk zouden zijn’ Huizinga stelde zelfs dat een gebrek aan relativeringsvermogen gevaarlijk was: ‘het is immers het afsterven van den humor, wat doodt.”
Vanaf de klassieke oudheid is het theater bovendien een inhoudelijke spiegel geweest voor de macht en leiderschap. Toneelschrijvers als Sophocles schreven over de worsteling tussen onbuigzaamheid en twijfel. In de 17de eeuw schreef William Shakespeare op verbluffende wijze over allerlei machtsprocessen. Het publiek – rijk en arm – werd een spiegel voorgehouden over jaloezie, wraak, verstand en besluitvaardigheid. De lessen die uit de oude en nieuwe toneelliteratuur opstijgen zijn in mijn ogen relevanter dan het gemiddelde managementboek. Probeer het eens!
Voorzitter van het Humanistisch Verbond Boris van der Ham is bekend als voormalig...
Offerte opvragen Bekijk het profiel