This site requires JavaScript to render the code.

Need to know how to enable JavaScript? Go here.

Speakers

Het gebeurt mij een paar keer per jaar. Na een praatje met plaatjes, een dagvoorzitterschap of debat dat in elk geval naar mijn idee behoorlijk is verlopen, dient zich een jongeman met scherpe tong bij het podium aan. Terwijl ik mijn spullen nog sta te pakken, ontwaar ik een meneer met een cynische trek rond de mond: ‘Jort, wees eens eerlijk, is dat schnabbelen nog wel leuk of doe je het alleen voor de centen?’ Afhankelijk van mijn humeur antwoord ik dan of ‘voor het geld natuurlijk!!’ danwel ‘Nee jôh, ik zou ook gratis gekomen zijn, maar als iemand vele duizendjes over heeft om mij m’n hobby te laten doen… snap je?’

Zo’n zure vraag zou goed van een beroepsgenoot uit de journalistiek kunnen komen. Vooral stukjesschrijvers voor dag- en weekbladen proberen optredens voor zalen af te doen als ‘schnabbelende BN’ers’. Geloof mij, allemaal jaloezie. En intens dom. Door al die optredens leerde ik allerlei toppers in hun vak kennen en slurpte kennis op die uit de dagelijkse bode niet valt te destilleren. Bovendien: biedt zo’n hypocriete inktkoelie een optreden op een congres aan en hij hapt. Als-ie durft. Want goed presenteren, een zaal pákken, vergt enig talent en veel oefening. Het theatrale ambacht is in onze schrale Calvinistische cultuur schaarser dan elkaar napratende stukjesschrijvers. En alleen de besten worden teruggevraagd, dus ‘de markt’ lost het probleem van bijklussende B-presentatoren vanzelf op. Zo’n vijftien jaar geleden begon ik met presentaties voor zalen. Allerlei ondernemersclubs, banken en bedrijven wilden weten hoe die rakkers van Quote die lijst met 500 rijke Nederlanders bij elkaar sprokkelden. Het was promotie voor mijn blad en ik deed het graag. Bovendien viel er altijd wel wat te lachen, omdat een van de ‘leden’ van de rijkenlijst zich fel verzet had tegen publicatie of – beter – in de zaal zat en zich luidkeels roerde of juist wegkroop onder de stoel van z’n voorbuurman. Heerlijke tijd. Ik breidde mijn repertoire gaandeweg uit naar hoe het heurt bij het oude geld en specialiseerde mij in het versnellen van vaak slepende seminars en ‘dagen op de hei’. Hoe lollig of interessant ook, geloof mij, het is werk. En hoe soepeltjes zo’n presentatie soms ook verloopt, na afloop ruik ik altijd even onder m’n oksels: kan ik nog naar een afspraak zonder te douchen, dan redde ik het kennelijk op routine. Meestal schreeuwt de pH-waarde onder de kelderoksel om een stevige schrobbeurt. Na zeker zevenhonderd zalen, van de dorpskroeg tot Carré, ken ik geen angst meer. Wél een wee gevoel in de buik; de concentratie voor opkomst. Zal de eerste zin goed vallen?

Of het wel eens misgaat? Zeker. Twee keer per jaar, vrees ik. Laatst nog, toen ik de naam van de voorzitter van een eerbiedwaardige vereeniging verkeerd uitsprak. Heur je niet te doen, bij de gewezen bevelhebber der zeestrijdkrachten! Of die keer dat ik zo onder tijdsdruk stond om ‘DWDD’ te halen, dat ik eerst een hoogwaardigheidsbekleder hardhandig maande niet over zijn spreektijd heen te gaan, waarna ik een vijfkoppig panel voortijdig bedankte voor het genoegen, wegholde en mijn V8 in dik een uur van Emmen naar Amsterdam trachtte te sturen. Er zijn glorieuzere momenten voor een gastheer. Heus, ik beloof mijn leven te beteren. Maar mag ik, voor één keer, een bede doen aan U, organisatoren, deelnemers en bezoekers van al die schitterende evenementen?

Spreektijd

Als een Tedx-praatje max 18 minuten duurt en Barack Obama na twintig minuten met applaus vertrekt, wie is dan die hoogleraar economie of consultant veranderkunde dat-ie denkt 72 slides in één uur te kunnen vertonen? Gaapverwekkend, niet doen.

Gala’s

Black tie – altijd feestelijk. Maar waarom zijn de strikjes zelden zelfbinders, is het geluid vaak belabberd en moeten er niet vijf maar minstens dertig prijzen uitgereikt worden? Wellicht leuk voor de sponsoren maar rampzalig langdradig voor de zaal. En uw presentator.

Selfies

Het leuke van dit werk is dat je ontelbaar veel mensen ontmoet die bijna allemaal vriendelijk zijn, zeker buiten de Randstad. Alleen die selfies… op hoeveel Facebookpagina’s sta ik nu met dezelfde blik maar een andere mevrouw wier naam mij inmiddels ontschoten is? Zullen we volgende keer gewoon een verkwikkend glas en een goed gesprek doen? Echt contact, beter.”