This site requires JavaScript to render the code.

Need to know how to enable JavaScript? Go here.

Speakers
Jerusalem

Het Gelijk van Hannah Arendt

Kan een staat die de meerderheidsgroep bevoordeelt democratisch zijn? In een democratie is het van cruciaal belang dat de minderheden dezelfde rechten bezitten als die van de meerderheid.

drs. Arend Jan Boekestijn

Geopolitiek en Strategie

Kan een staat die de meerderheidsgroep bevoordeelt democratisch zijn? In een democratie is het van cruciaal belang dat de minderheden dezelfde rechten bezitten als die van de meerderheid. Dat is zo belangrijk dat het een constitutionele verankering vereist. Een staat die individuele rechten niet beschermt kan dus geen democratie zijn.

Toen Theodor Herzl in de 19e eeuw droomde van een seculiere Joodse Staat was hij waarachtig de enige niet. De Polen, Tsjechen, Serven, Armeniërs en andere volken droomden eveneens van een eigen staat. Na de Eerste Wereldoorlog bood de ineenstorting van het Habsburgse Rijk en het Russische Tsarenrijk deze volkeren de kans om hun eigen natiestaten te stichten. Helaas hadden zij geen oog voor de rechten van de minderheden. Na de val van de muur leek de situatie te verbeteren, maar in Oost-Europa is er de laatste jaren sprake van terugval. Ook de Baltische staten veronachtzamen de rechten van de Russische minderheden. De situatie op de Balkan is nog problematischer.

De droom van Herzl kon pas verwezenlijkt worden toen het Britse rijk na de Tweede Wereldoorlog ernstig was verzwakt. De Joodse staat hinkte vanaf het begin in 1948 op twee gedachten: een Joodse staat en een democratie. Na twee millennia van christelijk antisemitisme en de recente Nazi barbarij kreeg de Joodse diaspora eindelijk hun eigen staat. Het concept van een Joodse staat natuurlijk op gespannen voet met de moderne Westerse opvatting die de nadruk legt op individuele rechten, open grenzen en internationaal recht. In de onafhankelijkheidsverklaring van de Joodse staat is echter ook opgenomen dat alle inwoners dezelfde sociale en politieke rechten bezitten onafhankelijk van religie, ras, of sekse. Het is dus onjuist om het gedachtegoed van de stichters van de Joodse staat in 1948 gelijk te stellen met die van de Oost-Europeanen na de Eerste Wereldoorlog.

Niet alle Joden waren het overigens eens met het unieke Joodse karakter van de staat Israël. De voorkeur van de politiek filosofe Hannah Arendt ging uit naar een binationale staat waarin Joden en de minderheden samen zouden leven in een pluralistische staat. Indien er gekozen zou worden voor een Joodse staat vreesde zij dat Israël zich voor zijn overleving afhankelijk zou maken van de steun van een grote mogendheid. Zij waarschuwde ook dat een Joodse staat, met alle potentiële discriminatoire gevolgen, op den duur de steun zou verliezen van de Joden die elders leefden.

Israël kreeg echter de vorm van een unieke Joodse staat en wist met een aantal oorlogen in een buitengewoon vijandige omgeving te overleven. De verdeeldheid onder de Arabische buurlanden speelden Israël daarbij in de kaart. Met de illegale nederzettingenpolitiek verloor Israël steeds meer internationale steun. Een Palestijnse staat lijkt steeds meer een gepasseerd station.

De minderheden in Israël hebben het zonder enige twijfel beter dan hun lotgenoten in de Arabische buurlanden. Israël heeft bijvoorbeeld een vrije pers, rechters roepen de regering vaak tot de orde en de welvaart per hoofd van de bevolking is hoog hoewel ongelijkheid toeneemt. Het leven op de Westbank en Gaza is echter geen pretje als gevolg van de veiligheidsmaatregelen die helaas onvermijdelijk zijn om aanslagen te voorkomen.

“De minderheden in Israël hebben het zonder enige twijfel beter dan hun lotgenoten in de Arabische buurlanden.”

Israël probeert om een balans te vinden tussen het karakter van een unieke Joodse staat en de rechten van de minderheden. Minderheden klagen echter over het weigeren van bouwvergunningen en een geringer onderwijsbudget.

Die toch al precaire balans wordt door de nieuwe natiestaat-wet bedreigd. De ‘Joodse natiestaat’ verklaart Israël officieel tot het thuisland van het Joodse volk. Voortaan hebben alleen Joden het recht op nationale zelfbeschikking. Dit was feitelijk al zo maar nu is het ook wettelijk verankerd. Het gaat hier dus om symboolpolitiek waarmee Benjamin Netanyahu vooral zijn achterban bedient.

Symboolpolitiek is echter ook politiek. Internationaal veroorzaakt de natiestaat veel ophef.  Zoals Hannah Arendt al meer dan een halve eeuw geleden voorspelde, zijn veel Amerikaanse joden ontstemd over het beleid van Netanyahu. Zij schrijven kritische stukken in Amerikaanse kranten waarin zij zelfs de vergelijking met de Zuid-Afrikaanse apartheid niet schuwen. Het symbolische karakter van de nieuwe wet rechtvaardigt een dergelijke vergelijking echter niet. Democratische zorgen over de nieuwe wet kunnen echter niet zomaar worden weggewimpeld.

Zo krijgt de Arabische taal een speciale status in plaats van de oude officiële die nog stamt uit de dagen van het Britse mandaat. De wet lijkt pogingen om meer Joods religieus pluralisme te ondermijnen inclusief gelijke rechten op bidplaatsen bij de Muur. Het verleent ook nationale waarde aan Joodse settlements inclusief die op de West-Bank. En nergens wordt de term ‘gelijkheid’ gebezigd die wel voorkomt in de Onafhankelijkheidsverklaring.

Netanyahu brengt Israël steeds meer in een isolement. Zijn relatie met Donald Trump wordt hierdoor alleen maar belangrijker. Ook dat voorspelde Hannah Arendt meer dan een halve eeuw geleden.

Deze column is eerder gepubliceerd op NPO, Radio 1.

drs. Arend Jan Boekestijn

Geopolitiek en Strategie

Arend-Jan Boekestijn is een veelgevraagd spreker in binnen- en buitenland die zijn licht laat...

Offerte opvragen Bekijk het profiel