Over
Aukelien van Hoytema
Aukelien werd geboren in Amsterdam, groeide op in Den Haag, studeerde Frans en piano in Genève en musicologie in Leiden en Utrecht. Ze deed staatsexamen piano en studeerde als musicoloog af op ‘De onbekende opera’s van Schubert’.
Het was tijdens een afstudeerstage bij de VARA dat zij met radio in aanraking kwam. Na nog een aantal maanden bij de NOS te hebben gewerkt, kwam ze bij de TROS en later bij AVROTROS terecht.
Ze was verantwoordelijk voor de samenstelling en presentatie van vele programma’s. Aukelien van Hoytema presenteerde en produceerde een aantal televisie-uitzendingen onder de noemer ‘TROS Klassiek’ en produceerde en presenteerde concertseries als ‘Jonge Meesters aan Zee’. Ze produceerde 35 jaar het radioprogramma “Een goedemorgen met een bekende Nederlander” en ze geeft inleidingen bij concerten.
Aukelien zingt in twee bands (popmuziek en jazz) en treedt op met haar programma’s over George Gershwin en Kurt Weill en met haar dochter cabaretière Sophie van Hoytema maakte ze en speelde ze de voorstelling “Help, mijn moeder danst de salsa” over hun reis naar Cuba.
Ze schreef in het muziekblad LUISTER en spreekt een column in voor de Concertzender over opera. Daarnaast schreef ze teksten voor musicals en revues en op het ogenblik schrijft zij een libretto voor een opera over Eline Vere. Ook maakt ze een boekje over 25 jaar “een goedemorgen met…..” met daarin anekdotes over opvallende gasten.
Door het hele land geeft zij lezingen over muziek. Ze was lid van een aantal besturen o.a. van het Koninlijk Concertgebouw Orkest, het Internationaal Vocalisten Concours en het van Wassenaer Concours.
1. Teamspelen
Het allerbeste voorbeeld van teamspelen is het spelen in een strijkkwartet.
De spelers zijn voor het produceren van een muziekstuk volstrekt afhankelijk van elkaar, maar de leider is meestal de eerste violist, hoewel ook de andere spelers, (2e violist , altviolist en cellist) tijdelijk de leiding kunnen hebben.
Hoe beter en nauwkeuriger de leden van het strijkkwartet op elkaar ingespeeld zijn, hoe succesvoller hun optreden. Daarvoor zijn souplesse, aanpassingsvermogen en vooral luisteren naar elkaar van groot belang. Over de richting van het artistieke concept moeten “ de neuzen dezelfde kant opstaan”. Over dat laatste kan van tevoren veel discussie ontstaan.
Lang met elkaar optrekken kan de oorzaak zijn van irritatie zijn. Er zijn daar talloze voorbeelden en anecdotes van, maar die zijn er ook van strijkkwartetten die het tientallen jaren volhouden.
2. De verovering door vrouwen van mannenberoepen in de muziek
De laatste tijd zie je ze steeds meer: vrouwen als dirigent of componist. Hoe komt dat en waarom is het zo’n lange weg geweest?
In het vrij nabije verleden konden vrouwen geen beroepsmusicus worden, volgens hun vaders en broers (Mozart en Mendelssohn). Zangeressen, daar konden die mannen niet zonder, maar het was een bedenkelijk lichtzinnig beroep.
De laatste mannenbastions, dirigeren en componeren, worden nu geslecht, net als de carrière in de natuurkunde, of in het bestuurlijke.
Waren het vroeger de barrières van fatsoen of van het niet in staat worden geacht tot het hebben van overwicht, nu roepen nog steeds de bètavakken die hindernissen op.
Ja, componeren is in hoge mate een bètavak.
Wanneer is het nu eindelijk echt “normaal”: die vrouw als dirigent, componist of hoogleraar theoretische natuurkunde?
3. Internationalisering; wat brengt het ons wanneer we kijken naar het Nederlandse muziekleven en onze muziekopleidingen?
Net als de universiteiten zitten de conservatoria boordevol met buitenlandse studenten. Vaak zijn ze zelfs in de meerderheid.
Tot nu toe heeft dat het muziekleven in ons land op een veel hoger niveau gebracht. Met natuurlijk altijd de individuele uitzonderingen daargelaten, was de kwaliteit van de gemiddelde muziekstudent niet van het torenhoge niveau als bijvoorbeeld studenten uit Oost-europa. Dat betekende, dat toen studenten uit die landen naar ons land kwamen, zij vaak een veel hoger niveau hadden, zeker technisch. Vaak zelfs hoger dan de Nederlandse docent, waarbij ze hier gingen studeren. Sommige docenten, uit het buitenland, die hier gingen lesgeven, legden meer discipline op en hun pedagogische gaven waren zodanig dat het niveau aan de Nederlandse conservatoria steeds hoger werd.
Dit heeft een zeer positieve uitwerking gehad op ons muziekleven. In hoeverre kan dit als model dienen voor andere segmenten van de maatschappij en hoe schadelijk is het dit soort bewegingen tegen te gaan.