This site requires JavaScript to render the code.

Need to know how to enable JavaScript? Go here.

Speakers

Samen slappe thee drinken lost niks op

Rotterdam is sinds de opkomst van Leefbaar in 2002 getransformeerd van een werkstad tot – volgens CNN – de ‘hipste stad van het continent.

Joost Eerdmans wint in 2005 de Thorbeckeprijs voor politieke welsprekendheid. Een terechte keus blijkt als we hem spreken over wat hij belangrijk vindt. Als raadslid heeft de Leefbaar Rotterdam-politicus, spreker, debatleider en presentator wellicht in het stadhuis iets minder invloed dan eerder (2014-2018) als wethouder Veiligheid, Handhaving en Buitenruimte, zijn partij is nog altijd de grootste in de Maasstad. Bovendien kan hij nu nog vrijer spreken over die en andere thema’s, zoals de transformatie van Rotterdam, burgerparticipatie en het aanpakken van bureaucratie en integratie. Dat levert in ACADEMY® Magazine en (volle) zalen interessante gespreksstof op.

Rotterdam is sinds de opkomst van Leefbaar in 2002 getransformeerd van een werkstad tot – volgens CNN – de ‘hipste stad van het continent’. Pim Fortuyn heeft, zegt Joost Eerdmans, de ingeslapen PvdA-cultuur die er tot dan heerste wakker geschud en de aanzet gegeven tot de nu voor iedereen zichtbare positieve veranderingen. “Alleen de manier waarop we met integratie bezig zijn stemt mij niet tot tevredenheid. Dat is nog een pijnpunt”, aldus Joost, die in dit verband allereerst benadrukt dat Leefbaar Rotterdam geen racistische anti-islampartij is.

“De verschillen met de PVV – die niet zoals gedacht tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 de helft van onze zetels afsnoepte, maar er slechts één haalde – zijn enorm. Wij willen de grenzen sluiten voor gelukzoekers, maar gooien niemand het land uit. We willen wat er al is in goede banen leiden. Dat betekent dweilen met de kraan dicht. De problemen moeten we, zoals Pim al zei, samen oplossen”, zegt hij stellig. “De basis is dat Nederland óns land is met alle vrijheden die daarbij horen. Iedereen moet dat onderschrijven. Net zoals ze in Canada en Denemarken al hebben ontdekt, mogen we eisen stellen aan migranten. Ik hoef me niet aan te passen of te integreren in de moslimwereld en vrouwen moeten korte rokjes kunnen blijven dragen, maar belangrijk is wel dat autochtonen en allochtonen met elkaar blijven communiceren.”

‘Aarden in eigen religiositeit helpt niet’

Er is, zegt Joost, een enorme kloof te overbruggen. Zo vindt hij dat islamitische scholen, waar kinderen en jongeren in hun eigen religiositeit aarden, niet bijdragen aan het normaal met elkaar omgaan in Nederland. “Ahmed Aboutaleb bidt zes keer per dag . Ik heb daar geen moeite mee. Hij is een prima burgemeester, die in Rotterdam op zijn plek zit. Iedereen mag geloven wat hij of zij wil, maar dan vooral thuis of in het gebedshuis, zonder dat iemand er last van heeft. Het is wel zorgelijk dat het geloof zich steeds meer ruimte permitteert, via leraren op islamitische scholen of haatpredikers die mensen tegen ons in het harnas jagen. Daar reken ik ook Erdo?an onder, die zich extreem met ons land bemoeit.”

Andere partijen ‘vinden het vaak maar eng wat Leefbaar voorstelt’ en kijken volgens Joost liever naar de bijtjes en de bloemetjes, zoals GroenLinks, of focussen op armoedebestrijding. “Allemaal belangrijk. Wij zijn ook tegen armoede en vinden wel dat je mensen beter een hengel kunt geven dan een vis. Tegelijk moeten we problemen proactief benaderen, ook als het niet fijn is erover te praten. Zachte heelmeesters maken immers stinkende wonden. Aan die opstelling hebben we wel onze elf zetels te danken. Leefbaar werkt op allerlei fronten aan het verbeteren en veiliger maken van de stad.

”Lopend over de Nieuwe Binnenweg is het prachtig, mede dankzij die diversiteit. ”

We zorgen ervoor dat niemand door de bodem zakt en iedereen mag meedoen, want je moet niet in Rotterdam gaan wonen als je een hekel hebt aan buitenlanders. Dan moet je naar Nunspeet verhuizen. Daar hebben ze vaak geen idee van het leven in de stad, dat ook zijn goede kanten heeft. Lopend over de Nieuwe Binnenweg is het prachtig, mede dankzij die diversiteit. Verschillende mensen, winkeltjes, restaurants. Dat is prima, zolang iedereen zich normaal gedraagt. Surinamers en Chinezen zijn als vanzelf opgegaan in onze wereld. Van hen hebben we veel plezier. Dat is bijzonder. Hardnekkige problemen zijn er helaas met Turken, Marokkanen en Antillianen. Zelfs mensen van de zoveelste generatie zwaaien met Turkse vlaggen of toeteren na een gewonnen Marokkaanse voetbalwedstrijd. Zij willen zich niet overgeven aan de gebruiken van het land waar ze wonen.”

Interessante lezingen

Samenwerking met de buitenlandse koepels, die nauwe banden hebben met de regeringen van in dit geval Turkije en Marokko, werkt niet. Joost Eerdmans wil daarom in gesprek met leiders uit de islamitische gemeenschappen die Nederland omarmen en willen meehelpen het ontwrichtende fundament van deze groepen te laten verdwijnen. “Die leiders zijn moeilijk te vinden, maar er zijn, behalve Ahmed Aboutaleb (de enige PvdA’er die de Leefbaar-agenda en de zorgen van de autochtone Rotterdammers snapt), gunstige uitzonderingen, onder wie gezaghebbende Turken als columniste Fidan Ekiz van het AD en schrijver/columnist en tv-maker Özcan Akyol.

“Zij durven vragen te stellen als ‘Wat vind jij ervan als je buurvrouw topless zont?’, ‘Hoe reageer je als je zoon met een jongen thuiskomt?’ of ‘Welke vlag ligt bij jou op zolder?’, of aan autochtonen: ‘Heb je al eens een moslim de hand geschud of ermee gesproken?’ en ‘Denk je dat alle moslims radicaal zijn?’ Die discussie zou ik graag aangaan of leiden, want dat leidt tot superinteressante congressen of lezingen voor Speakers Academy®.” Kortom Joost gelooft in een goed gesprek, maar niet in slappe thee. “Thee drinken alleen brengt mensen niet bij elkaar. Je moet anderen vertellen wat je op je lever hebt. De tijd van pappen en nathouden is gewoon voorbij. We moeten gaan staan voor onze verworvenheden.”

”We hebben grote slagen gemaakt, maar wat integratie betreft is de trendbreuk nog afwezig.”

“De groep die zich liever afdraait van onze samenleving noemde Fortuyn de vijfde colonne. Hij waarschuwde daar in 2001 al voor en nu, achttien jaar later, schreeuwen ‘toeterturken’: “Erdo?an mijn leider”. Dat zijn misschien maar een paar honderd Turken, maar ik maak we ook zorgen wat er in de huiskamers van vele anderen gebeurt en wordt gezegd. Ik denk dat de meerderheid helaas aan dogma’s vasthoudt of in zichzelf gekeerd is. Wie hier woont en zich gedraagt als diepgelovige Walabistische moslim moet zich afvragen waarom hij boos is, wat hij hier doet of wil bereiken, want dat heeft totaal geen zin. We hebben grote slagen gemaakt, maar wat integratie betreft is de trendbreuk nog afwezig.”

Burgercomité

Joost Eerdmans is voorzitter van het Burgercomité tegen Onrecht, dat hij in 2009 samen met Martin Roos en Jack Keijzer, wier beider kinderen vermoord zijn, heeft opgericht met als doel het strafrecht te hervormen om de belangen van slachtoffers en nabestaanden van (ernstige) geweldsdelicten te behartigen en de collectieve vrijheid van burgers beter te beschermen. Tegelijk pleit hij voor strengere straffen en vindt hij dat daders hun straf moeten uitzitten en niet gemakkelijk moeten kunnen wegkomen met wat ze hebben gedaan.

“Met zijn plan gevangenen bij goed gedrag eerder op verlof te laten gaf minister Dekker het verkeerde signaal. Ik ben voorstander van het omgekeerde model: een gedetineerde niet eerder loslaten dan na een volkomen foutloos doorlopen op de persoon toegesneden re-integratiefase ín de gevangenis. Wie dat niet wil of kan, blijft gewoon vastzitten.” Hij spreekt graag over manieren om burgers dichter bij het lokale, regionale en landelijke bestuur te brengen en weet hoe hij ambtenaren mee kan krijgen om een en ander te realiseren. In de nieuwe democratie zoals hij die ziet moet ook landelijk ruimte zijn voor een burgerjury bestaande uit 200 personen (die misschien wel zijn ingeloot zoals in Socrates’ tijd), die het regeringsbeleid beoordeelt. In Rotterdam is er al zo’n burgerjury, die bestaat uit 150 bewoners.

“Ik wil de mensen meegeven hoe we daarmee omgaan en wie zijn lessen hebben gesnapt.”

Verder denkt Joost Eerdmans aan het instellen van burgerpanels, wil hij het aantal ambtenaren verminderen en is hij voorstander van referenda. “Landelijk heb ik gepleit voor de introductie van het 151ste Kamerlid. Laat elke week tijdens het Vragenuurtje iemand aan het woord. Mevrouw Jansen uit Terneuzen kan dan haar verhaal doen.” Gezien die ambitie is het logisch dat hij zich afvraagt hoe te voorkomen is dat mensen afhaken van de politiek, terwijl ze zich niet serieus genomen voelen doordat niets wordt gedaan met bijvoorbeeld uitslagen van referenda of vinden dat Europa toch alles bepaalt.”

Het zijn maar enkele van de maatschappelijke uitdagingen voor politiek en bedrijfsleven waarover Joost niet uitgesproken raakt. Andere zijn het voorkomen van kartelpolitiek of de betekenis van de Rotterdamse Kendoe-mentaliteit (een synoniem voor aanpakken) voor het succes van bedrijven. Hij is goed in het analyseren van manieren om samen meer te bereiken en kan uiteraard gedetailleerd vertellen over het Fortuynisme: politiek bedrijven op basis van actuele, maatschappelijke ontwikkelingen in plaats van politieke stroming of voorkeur. “Ik wil de mensen meegeven hoe we daarmee omgaan en wie zijn lessen hebben gesnapt.” In Rotterdam heeft Joost meer dan vijftig wijken bezocht door middel van de zogenoemde Eerdmans@avonden , waar gemiddeld 150 bewoners op af zijn gekomen om te vertellen waar ze mee zitten en waar ze last van hebben. “Ik nam ambtenaren, handhavers, politiemensen en reinigers mee om die mensen van dienst te zijn. ‘At your service’ à la Fortuyn.”

 

Rotterdamse metamorphose

Sinds 2001 speelt Leefbaar Rotterdam een dominante rol in de Rotterdamse politiek en ondergaat de stad een indrukwekkende, nog steeds voortdurende metamorfose. Toeristen weten de stad te vinden, het bezoek aan attracties is bijna verdubbeld, de veiligheidsindex is sterk verbeterd op alle fronten, zwervers zijn vrijwel uit het straatbeeld verdwenen en van het beruchte Perron 0 (drugsopvang) bij het Centraal Stations is geen spoor meer te bekennen.

“Wat de mensen niet zien is dat we nog altijd 40.000 bijstandsgerechtigden hebben, maar ook dat van de vele havenarbeiders die in de armoede terecht waren gekomen er al 12.000 weer werk hebben. Dat hoort allemaal bij een havenstad als Rotterdam. Die problemen moet je herkennen en benoemen als je ze wilt oplossen. De 9-5 ambtenarencultuur is hier veranderd en eigenlijk zie je de stad elk jaar mooier worden. Het Fortuynistische in het beleid dat wij vijftien jaar lang hebben gevoerd is dat we alles meten, steeds opnieuw doelen stellen en dus ook zien dat we mensen uit de bijstand krijgen, wijkbewoners zich gelukkiger voelen en Rotterdammers trotser zijn op het bestuur en de stad en minder graag verhuizen.

De metamorfose hebben wij zichtbaar gemaakt en nog altijd proberen we steeds meer vierkante meters hip en leefbaar te krijgen, ook in het over het algemeen wat armere Rotterdam-Zuid (94.000 inwoners), waar de slag die we moeten maken zo groot is dat we daar enkele decennia voor moeten uittrekken. In het nieuwe Katendrecht tekent de toekomst zich al af.” En om het mooi te houden is ook handhaving nodig. Joost heeft de minister voorgesteld de boete voor afval op straat te gooien te verdubbelen van 140 naar 280 euro en voor onnodig toeteren vast te stellen op 150 euro. “Dat schrikt af, want als de pakkans klein is moet de boete heel hoog zijn.” Ook dat is wat hij onder aanpakken, de Kendoe-mentaliteit, verstaat.

Tekst: Jacques Geluk