Volgens de Rotterdamse wiskundige en klimaatdeskundige professor Jan Rotmans, is het klimaat nog nooit zo snel veranderd als de laatste 170 jaar. Waar voordien de natuur afwisselend zorgde voor een warmer of juist kouder klimaat, speelt de mens daarin voor het eerst een grote rol.
De Britse deeltjesfysicus professor Brian Cox zegt op televisie dat de ijskappen op de polen tienduizend jaar geleden ook gesmolten zijn. Dat kan best zijn, maar volgens de Rotterdamse wiskundige en klimaatdeskundige professor Jan Rotmans, is het klimaat nog nooit zo snel veranderd als de laatste 170 jaar. Waar voordien de natuur afwisselend zorgde voor een warmer of juist kouder klimaat (en daarvoor ruimschoots de tijd nam), speelt de mens daarin voor het eerst een grote rol. Rotmans bestudeert dit fenomeen, dat nu leidt tot opwarming, zo’n 32 jaar en waarschuwt al tientallen jaren voor de gevolgen. Pas nu, om vijf voor twaalf, luisteren steeds meer mensen naar hem, hoewel er nog steeds klimaatsceptici zijn. “In dertig jaar is het aantal klimaatwetenschappers gegroeid van honderd naar tienduizend. De kans dat zij er allemaal naast zitten acht ik uiterst klein. Het zou bijzonder onverstandig zijn niet naar hen te luisteren.”
De lange (te) droge en hete zomer van 2018, de warmste ooit, is hét voorbeeld van een extremer weertype waarmee Nederland voortaan eens per drie à vier jaar te maken krijgt. Straalstromen gaan door grotere temperatuurverschillen meanderen (van oost naar west, maar nu ook vaker van noord naar zuid) en nemen in kracht af, waardoor lage- en hogedrukgebieden muurvast blijven hangen boven dezelfde plek. Dat levert langere periodes met hetzelfde weer op. Nu was dat warm en droog, het kan ook maandenlang regen en wind betekenen.
“In 2003 kwam het kabinet bijeen in crisisberaad, omdat het – net als eerder in 1976 en 1993 – ongekend lang droog was geweest. Ik heb toen al gezegd dat dit in de toekomst vaker zou gebeuren. Er kwamen echter een paar natte zomers en koudere winters, waardoor mensen dachten dat het wel meeviel en er niets gebeurde. Nu was het ineens extreem. Dat helpt wel”, zegt Jan Rotmans. Net op tijd, zelfs een beetje aan de late kant, want volgens hem zijn op korte termijn zeer verontrustende ontwikkelingen te verwachten.
We weten nog veel niet, maar genoeg om ons zorgen te maken.
“We weten nog veel niet, maar genoeg om ons veel zorgen te maken. De klimaatverandering gaat twee à drie keer sneller dan ik in 1990 met mijn klimaatmodel IMAGE heb berekend. Toen werd ik er van beticht te pessimistisch te zijn, zonder te weten hoe erg de gevolgen drie decennia later zouden zijn, vooral op Groenland en de Zuidpool. Er waren daar nog nauwelijks metingen. Inmiddels meten wetenschappers er continu. De temperatuur op de Zuidpool is nog steeds -30° tot -40°Celsius.
Dan zou je denken dat het ijs niet smelt. Dat klopt, maar grote ijsplaten verschuiven door een warme thermiek van onderaf, die ervoor zorgt dat stukken ijs ter grootte van de provincie Zuid-Holland afkalven. Dat effect was dertig jaar geleden niet te voorzien, toen dachten we nog dat vijf graden warmer geen groot verschil zou uitmaken; inmiddels weten we dat als het bij ons twee graden opwarmt, dat op de polen wel vijf à tien graden kan zijn.” Jan Rotmans is al op de Zuidpool geweest. Dit jaar gaat hij naar Groenland, dat zijn naam letterlijk steeds meer eer aan doet.
Ondanks het feit dat bij velen de schellen van de ogen vallen, zijn er nog steeds klimaatsceptici die de opwarming van de aarde of de rol van de mens daarin blijven ontkennen. “Ze komen echter nooit met alternatieven en slagen er niet in ons ongelijk te bewijzen. Ze publiceren niet in reguliere wetenschappelijke bladen, maar krijgen desondanks meer media-aandacht dan wenselijk is. Klimaatverandering is ongelooflijk complex. Wie die complexiteit niet overziet kan zich beter verlaten op mensen die er echt verstand van hebben, maar ja er zijn ook gekken die Einsteins relativiteitstheorie nog steeds in twijfel trekken. En er zijn ook nog lang mensen geweest die dachten dat de aarde plat was.
Het gaat over fysische wetmatigheden in combinatie met circa twintig geofysische en biogeochemische terugkoppelingen, die het klimaatsignaal kunnen versterken of afzwakken. Vijf daarvan kon ik destijds in mijn klimaatmodel stoppen, nu kunnen we er tien meenemen. Het overgrote deel van deze terugkoppelingen leidt tot versterking van het klimaatsignaal. Dat betekent dat er nog tien overblijven, waardoor er nog steeds de nodige onzekerheden zijn. Wel is duidelijk dat hoe meer terugkoppelingen we meenemen, hoe sterker de klimaateffecten zijn. Die stapelen zich, wat de mensen die zich hier al soms 35 jaar mee bezighouden, de knapste koppen ter wereld, steeds ongeruster maakt.
“Ik vind het daarom, als topwetenschapper met veel kennis van deze materie stuitend arrogant dat die klimaatsceptici zoveel lawaai maken, in discussie gaan en een mening vormen en ventileren zonder zich er echt in verdiept te hebben.” Volgens Rotmans zet dat het publiek, maar ook overheden en bedrijven, op het verkeerde been. “Als mensen daardoor weigeren de wetenschap te geloven kan dat enorm negatieve gevolgen hebben. Eenzelfde soort verschijnsel zie je nu bij mensen die op basis van allerlei niet gefundeerde berichten hun kinderen niet laten vaccineren.” Toch merkt Rotmans dat zelfs zeer verstokte klimaatsceptici nu erkennen dat het klimaat wezenlijk verandert, maar blijven twisten over de oorzaak.
Nederland loopt voorop én achteraan
Wat betreft klimaatadaptie – de manier waarop we ons aanpassen aan de veranderingen – behoort Nederland in Europa en wereldwijd tot de top. “Het enige is dat we ons altijd hebben ingesteld op overstromingen als gevolg van te verwachten extreme regenval, maar nooit op langere droogteperioden met veel minder water dan normaal. Tien jaar geleden zag ik dat al aankomen en heb ik dat verteld tijdens een lezing voor de Unie van Waterschappen, maar nu pas zien zij dat echt en constateren ze dat uitgedroogde dijken kunnen scheuren met alle gevolgen van dien. Dat betekent dat ze hun waterbeleid moeten aanpassen.”
Nederland loopt echter ver achter op het gebied van klimaatmitigatie en neemt te weinig maatregelen die beogen de broeikasgasemissie te verminderen “Van de 28 EU-landen staan we op de 27ste plaats, net voor Luxemburg, terwijl we toen ik begon nog de vijfde plek bezetten. Gedurende mijn carrière zijn we afgezakt tot de sukkel van Europa”, constateert Jan Rotmans. “Een deel van de opwarming is al onderweg, we kunnen alleen de catastrofale gevolgen proberen te voorkomen door gebruik van duurzame energie te stimuleren en CO2-uitstoot terug te dringen.
Dat we tot de absolute achterblijvers behoren is overigens deels te wijten aan het feit dat we heel energie-intensief zijn. We wonen met veel mensen op een kleine oppervlakte, hebben veel zware industrie en er zijn een heleboel activiteiten. Qua mitigatie is een enorme inhaalslag nodig, wat niet eenvoudig zal zijn omdat we gewend zijn met vuile energie – van turf tot kolen, olie en aardgas – geld te verdienen. Daar zijn wij als handelsnatie rijk van geworden en dat zit ons nu we moeten overstappen op andere energievormen in de weg.”
Jaren geleden alweer was Jan Rotmans ook een van de eerste wetenschappers die zei dat we van het gas af moeten als energiebron. “De zalen liepen leeg als ik dat verkondigde, voor zover er al mensen kwamen. Ze dachten dat ik gek was. Nu sta ik voor volle zalen. Een groot deel van het publiek is enthousiast, een klein deel is nog kritisch.” Als peuter woont kleine Jan samen met zijn ouders bij opa en oma in aan de Bergselaan in Rotterdam, tweehoog achter. Hij kruipt af en toe in de kolenkit op zolder en komt roetzwart terug. In 1964 krijgen ze gas. Zijn moeder is blij, want het is schoner, goedkoper en milieuvriendelijker. “Nu zeg ik tegen haar dat we van het gas af moeten, waarop ze antwoordt: ‘Doe effe normaal, dat gas was onze redding’. Mentaal moeten veel mensen net als zij de omslag nog maken.
Tien jaar geleden schreef ik het rapport ‘Van gas los’ voor het ministerie van Economische Zaken. Ik had berekend dat alle woningen van het gas afhalen en de energievoorziening vervangen door warmtepompen, zonnepanelen en betere isolatie zo’n 180 miljard euro zou kosten, maar uiteindelijk meer zou opleveren. De top van het ministerie zei: ‘Jan, dit rapport stoppen we in de onderste la van dit bureau en we hopen dat het er niet snel uit komt’. Dankzij de gasbaten – er werd 100 miljoen beschikbaar gesteld voor toponderzoek, waarvan wij 10 miljoen kregen voor transitieonderzoek, dat ik tien jaar lang heb kunnen doen.” Daarvan hebben we veel profijt gehad, zeker nu van het gas af eindelijk gaat leven.”
Tegelijk groeit ook de weerstand. Velen vragen zich af wie die transitie gaat bekostigen. “Burgers, overheid, bedrijfsleven. Iedereen. Het levert ook veel op, maar eerst moeten we door de transitiepijn heen. Rutte roept dat hij de energietransitie keigaaf vindt, maar dan begrijpt hij het niet echt. Het is niet alleen maar leuk.
Tegenstanders, met name uit de rechtse hoek, constateren dat de hele wereld overstapt op gas, terwijl wij er vanaf willen. De Duitsers zijn nog voor een groot deel afhankelijk van kolen, die mede verantwoordelijk zijn voor een hogere broeikasgasuitstoot, veel Belgen hebben nog stookolietanks in de tuin. Voor hen is de overgang op gas een stap vooruit. Wij zijn al een stap verder en voor een groot deel afhankelijk van gas en straks ook van twee leveranciers: Noorwegen en Rusland.
Vooral dat laatste is op de lange duur ongewenst. Ik heb ook geageerd tegen de pijpleiding die er komt tussen Rusland en Duitsland, maar daar is destijds niet naar geluisterd. Nu zegt Trump dat ook, die niet wil dat Merkel Duitsland afhankelijk maakt van Poetin. Een van de weinige zinnige dingen die hij heeft beweerd.” Rotmans constateert dat Amerika zelf druk bezig is zich minder afhankelijk te maken van energie-importen. De Amerikanen investeren niet alleen in schaliegas en -olie, maar meer nog in zonne- en windenergie, waarbij afzonderlijke staten als Californië en Oregon vooroplopen.
Hoe kan het dat Nederland nog niet eens zo lang geleden is begonnen met het bouwen van kolengestookte centrales? Was dat geen enorme stap terug? Rotmans: “Ik heb, toen ze halverwege waren, met twintig gerenommeerde hoogleraren, onder wie Ad van Wijk en Pier Vellinga, de directies van de vier grote energiebedrijven bezocht om te voorkomen dat die centrales in bedrijf zouden komen. Vijf hoogleraren per bedrijf. We hebben de top en juristen van de energieleveranciers verteld dat er een revolutie kwam, die duurzame energie steeds goedkoper zou maken en dat ze de boot niet mochten missen. Ze antwoordden dat ze failliet zouden gaan als ze naar ons zouden luisteren, terwijl het tegenovergestelde waar was. Peter Terium, destijds CEO van Essent, gaf in 2017 toe dat zijn bedrijf te laat is ingestapt in duurzame energie en dat dat de schuld was van de overheid. Mij gelijk geven deed hij natuurlijk niet”, zegt Rotmans, die er fijntjes aan toevoegt dat de grote energiebedrijven nu bijna omvallen.” Hoe het precies is gegaan staat beschreven in zijn laatste boek ‘Omwenteling’.
“Bedrijven die in deze business zitten zouden moeten zien dat de wereld verandert, maar sommige zijn ziende blind of staren zich blind op verdienmodellen die diepgeworteld zijn hun organisatie en bedrijfscultuur. Er zijn vier typen ondernemingen. Bedrijven die echt transformatief zijn, veranderingen zien en daarop nieuwe businessmodellen ontwikkelen. Andere kunnen dat ook, maar vinden het ontwikkelen van nieuwe bedrijfsplannen moeilijk. Zeventig procent van de bedrijven is echter reactief en doet niets en dan is er nog een categorie die denkt dat het allemaal wel zal overwaaien. Onvoorstelbaar.
Twee jaar geleden zei de CEO van BP te geloven dat de komende veertig jaar niet veel zal veranderen. Dat kán niet waar zijn.” Rotmans zit binnenkort aan tafel met de Shell-directie, die zich wel ernstige zorgen begint te maken en wier bedrijf bovendien kampt met een imagoprobleem. Hij ziet drie mogelijkheden voor Shell. Doorgaan zoals nu, efficiënter werken door mensen te ontslaan, te bezuinigen en de zaak opsplitsen in een duurzaam en een beursgenoteerd fossiel deel, of radicaal kiezen voor duurzaam. “Ze kiezen voor de eerste strategie, de weg naar het einde. Letterlijk en figuurlijk oliedom.
De zeventig flessen whisky in mijn kelder heb ik allemaal gewonnen met weddenschappen over klimaat, energie en duurzaamheid.
Bedrijven als Shell moeten luisteren en echt radicaal veranderen, anders bestaan ze niet meer over twintig jaar. Tot nu toe heb ik heel vaak gelijk gekregen, al meer dan 30 jaar. Uiteraard zit ik er ook wel eens naast, maar de zeventig flessen whisky in mijn kelder heb ik vrijwel allemaal gewonnen met weddenschappen over klimaat, energie en duurzaamheid.”
Na een uurtje praten met professor Rotmans is het duidelijk. De energietransitie van fossiel naar duurzaam is noodzakelijk om klimaatverandering en alle problemen die daarvan het gevolg zijn te voorkomen, vertragen of te kunnen beheersen en zal uiteindelijk meer opleveren dan ze kost.
We moeten daarbij accepteren dat die transitie ogenschijnlijk traag verloopt. “Het vervangen van zeven miljoen auto’s die rijden op fossiele brandstoffen door elektrische gaat zelfs als er geen auto’s bij zouden komen 20 jaar kosten en anders misschien wel 30. Zeven miljoen woningen van het gas halen duurt 20 jaar als we er 2.000 per dag doen. Of dat realistisch is? Over hetzelfde aantal hebben we tot nu toe vijf jaar gedaan. We zijn dus misschien nog een generatie bezig, maar we zijn de goede richting ingeslagen en dat is heel belangrijk. Nu kunnen we kijken of we de transformatie alsnog kunnen versnellen en soms kunnen overheidsmaatregelen, zoals het verbieden van diesels in stadscentra, het kantelpunt naar voren halen en kan het onverwacht snel gaan.”
Het zit ook tussen de oren. Autorijden associëren we volgens Rotmans met benzinepompen, maar wie elektrisch rijdt komt daar nooit meer. “Je hebt mensen die snel willen en kunnen transformeren, een groep die het nog niet kan bekostigen en een groep die niet kan, maar ook niet wil. Die gaan pas om als duurzamer rijden of wonen goedkoper en aantrekkelijker wordt. Het ligt niet aan een systeem waarop we alles kunnen afschuiven, maar het gaat om gedragsverandering van onszelf. Wij moeten het verschil maken en aanvaarden dat economie niet altijd kan voorgaan, anders halen we de (klimaat)doelen niet.
Transitiepijn hoort erbij. Daarom heb ik in ‘Omwenteling’ het accent juist op de mens zelf gelegd. Een jaar lang twee à drie keer per week geen vlees eten scheelt net zoveel CO?-uitstoot als een jaar lang geen autorijden.”
Er klinkt optimisme door in Rotmans’ verhaal. “Ik wil nooit cynisch worden. Is ook niet nodig. Kijk eens naar wat er allemaal veranderd is sinds ik begon. In de jaren tachtig moest ik uitleggen wat de energietransitie was, nu is het bewustzijn eindelijk gegroeid, heeft iedereen het erover en zie je de eerste tekenen van gedragsverandering. Met roken heeft het tenslotte ook vijftig jaar geduurd voordat uiteindelijk ook de overheid aansloot bij veranderde opvattingen!
Kortom: cultuurpatronen zie je veranderen en dat maakt me optimistisch. Over vijftien jaar ben jij ook een beetje een sukkel als je nog gas en geen zonnepanelen hebt.”
Tekst: Jacques Geluk
Jan Rotmans is een scientivist, een gepassioneerde en rebelse wetenschapper die in de praktijk...
Offerte opvragen Bekijk het profiel