“De vrijheid van de één is als het goed is even groot als die van de ander. Wanneer daarin verschil zit moeten we daarover praten en elkaar niet de kop inslaan.”
“Mensenrechten zijn zuurstof voor de samenleving. In ruim honderd landen zijn desondanks beperkende wetten en maatregelen aangenomen, waardoor mensen bepaalde dingen niet meer mogen, zoals demonstreren, zich verzamelen of dingen schrijven die volgens de autoriteiten onpatriottisch of staatsonvriendelijk zijn. Logisch dat zo de zuurstof uit de samenleving weglekt.”
Eduard Nazarski, de bevlogen directeur van de 50-jarige Nederlandse afdeling van Amnesty International, kijkt die ontwikkeling met lede ogen aan, maar gelukkig ziet hij ook dat het in andere delen van de wereld beter gaat.
Zolang er mensen zijn, is er al sprake van wreedheid en geweld. Nagenoeg alle volken en overheden hebben zich daaraan op een bepaald moment in de tijd schuldig gemaakt. Ook Nederland. Hoewel er nu betere afspraken zijn over wat wel en niet mag, is het een utopie te denken dat dit ooit helemaal zal veranderen. Het goede nieuws is dat dankzij Amnesty wereldwijd heel wat gewetensgevangenen zijn vrijgekomen, er bijvoorbeeld een anti-martelverdrag is gekomen en de doodstraf in 142 landen is afgeschaft, tegen zestien veertig jaar geleden. Exponentiële groei in de goede richting.
“Natuurlijk is dat niet alleen onze verdienste, maar wij hebben die en vele andere zaken wel op de agenda gezet. Helaas zijn er ook tegenbewegingen. Zo vindt president Donald Trump dat het hard aanpakken (martelen!) van ‘smerige terroristen’ best kan, ook al is in het internationaal recht vastgelegd dat dit niet mag. Hij voelt zich gesteund door een grote achterban en zijn inlichtingendiensten zien ‘uitgebreid verhoor’ door dit beleid als min of meer legitiem.” Ook is de kwestie rond de gescheiden migrantenfamilies er nog verre van opgelost. Dat zijn er volgens Amnesty’s website meer dan iedereen denkt. En niet alleen daar is nog genoeg te doen. Zoals in Rusland. Niet voor niets staat in zijn kantoor aan de Amsterdamse Keizersgracht een grote zwart-witfoto van Vladimir Poetin tegen de wand.
“Poetin zegt dat de wet aan zijn kant staat, maar als je wat ze doen vergelijkt met internationaal recht blijkt heel wat anders.”
“Die staat daar om mij eraan te herinneren dat we moeten doorwerken. Laatst waren hier twee Russische collega’s. Zij hebben de foto direct omgedraaid”, lacht Eduard. “Poetin zegt dat de wet aan zijn kant staat, maar als je wat ze doen vergelijkt met internationaal recht blijkt heel wat anders. Ik sprak in Den Haag met twee Russen, op weg naar huis bleek dat Pussy Riot-activist Pjotr Verzilov vergiftigd was, na de eerdere vergiftigingsgevallen in Groot-Brittannië.” Zij het niet zo gruwelijk als in Saoedi-Arabië en Afrikaanse landen, ook homorechten in Rusland zijn flink ingeperkt.
“In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat daar helaas niets over, want dat was destijds geen onderwerp. Daaraan zie je dat mensenrechten nooit af zullen zijn en rechtvaardigheid niet vanzelf ontstaat, maar mede vorm moet krijgen in het maatschappelijk debat. Uiteindelijk gebeurt dat, maar dan is er weer iets anders waarvoor we moeten strijden.”
Hongarije gaat onder president Viktor Orbán bijvoorbeeld de verkeerde kant op. “Mijn collega’s zijn beducht dat dat de algemene sfeer tegen ngo’s, migranten en vooral ngo’s die migranten helpen verslechtert. Dat komt door overheidsmaatregelen en allerlei stigma’s, maar ook door rechts-radicale groepen die het recht in eigen hand nemen. Dan ben je daar echt de pineut.”
“De samenleving verandert, vaak sneller dan sommigen aankunnen.” Eduard Nazarski hoopt dat zijn organisatie basale dingen, zoals het belang van de menselijke waardigheid en de gelijkheid tussen mensen, zo overtuigend kan blijven brengen dat dit straks het nieuwe normaal is. “Wij zijn vrij en moeten onze vrijheid ook gebruiken om die van anderen te vergroten, in Rusland, Azerbeidzjan, Turkije, Hongarije, Myanmar en al die andere landen waar men mensen onderdrukt en om politieke redenen gevangen zet. Het is onze opgave hun vrijheid te stimuleren, door stelling te nemen en zoveel mogelijk mensen te vragen mee te doen.”
Ter verduidelijking zegt hij: “De vrijheid van de één is als het goed is even groot als die van de ander. Wanneer daarin verschil zit moeten we daarover praten en elkaar niet de kop inslaan.” Het is volgens hem allereerst belangrijk dat de wet iedereen hetzelfde behandelt, maar hij constateert ook dat dit soms misgaat. Als bijvoorbeeld iemand alleen vanwege diens huidskleur wordt opgepakt.
Hij vindt ook dat we in ons land niet altijd goed met vluchtelingen en asielzoekers omgaan en schrijft en spreekt daar geregeld over. Het gesprek komt op de Armeense jongeren Lily en Howick, de Angolese student Mauro Manuel en eerder de Turkse kleermaker Zekeriya Gümü?.
“Dingen gaan zo snel dat het goed is af en toe rust en kalmte bewaren.”
“Toen ik wat langer in het veld actief was zei ik al dat asiel- en migratiebeleid nooit helemaal te beheersen is en dilemma’s altijd blijven. Als de media erbij komen kijken krijgen sommige zaken en personen door de veelheid aan publiciteit bovendien bijna iconische proporties, wat het voor bewindspersonen niet gemakkelijker maakt verblijfsvergunningen te geven of weigeren.” Zij zitten met het probleem dat de hand over het hart strijken kan betekenen dat veel meer mensen proberen ondanks een afwijzing toch te mogen blijven.
Eduard oppert dat het daarom wellicht beter zou zijn niet op elk asielzoekers- of discriminatie-incident te reageren, maar vooral te focussen op trendmatiger ontwikkelingen. “Dingen gaan zo snel dat het goed is af en toe rust en kalmte bewaren.”
Wat Nederland betreft leven we, zegt de Amnestydirecteur, ondanks wat verbeterpuntjes, in een mooi land, een rechtsstaat met goede systemen en ‘een hartstikke vrije pers’. Dat geldt ook voor veel andere westerse landen, maar het is ook in Europa niet overal zo. “Ik heb veel gereisd, maar dat waren bijna nooit vakantiereisjes. Ik ben geregeld verzeild geraakt in ingewikkelde situaties, vooral tijdens bezoeken aan vluchtelingenkampen. Nooit heb ik me zo geschaamd als tijdens mijn bezoek aan het opvangcentrum Idomeni op de grens met Macedonië.
Ooit organiseerde ik popfestivals in Nederland. Als ik er nu een beroepsmatig bezoek zie ik overal toiletten, is de logistiek in orde en alles prachtig geregeld. In Griekenland is geen barst geregeld. Dat stoort me bovenmatig. Er zijn geen douches en wc’s, het is er een afgrijselijke troep. Mensen wachten er in de regen en de modder op niks.
In Idomeni werd een kind schoongespoeld met regenwater. Op Lesbos zitten 20.000 vluchtelingen. Voor het eiland zou dat gezien het aantal toeristen dat het aankan, geen probleem moeten zijn. Toch maken jongeren daar, volgens Artsen zonder Grenzen, uit wanhoop een eind aan hun leven, omdat geen perspectief is op een betere toekomst. We mogen niet wegkijken. Dit kan allemaal beter, maar er is een gebrek aan politieke wil. Men ziet het als bijkomende schade van de Turkije-deal.”
Eduard Nazarski heeft tijdens zijn reizen ook Nigeria als ingewikkeld ervaren. Een andere ervaring: “In een sloppenwijk van Nairobi, Kenia, kreeg ik toch even een warm gevoel. Op aanbeveling van een collega zei ik dat ik uit Den Haag kwam. Deze tamelijk ongeletterde mensen wisten dat daar het Internationaal Strafhof is en hadden gehoord over menselijke waardigheid en mensenrechten en dat zij die rechten ook kunnen claimen. Als je daarin als Amnesty katalysator kunt zijn, doe je heel belangrijk werk. ”
Eduard loopt al vrij lang mee. Eerst bij Vereniging VluchtelingenWerk en alweer sinds 2006 bij Amnesty. “Eigenlijk ben ik in mijn studententijd al geïnteresseerd geraakt. De Duits-Britse socioloog Norbert Elias sprak met humor en diepgang over zijn vorm van sociologie in de burgerlijke maatschappij, het maatschappelijk middenveld, dat zo belangrijk is om een individuele mening te kunnen geven over wat zich in de samenleving afspeelt. Daar is ook de manier van actie op gebaseerd, die wij samen met onze leden voeren.
We zijn ooit begonnen met het schrijven van brieven aan gewetensgevangenen, maar wisten niet in welke gevangenis ze zaten. Als ze niet meer terugkwamen hoopten we maar dat ze eindelijk waren aangekomen. In december hebben we nog een grote schrijfmarathon onder het motto ‘Write for rights’ op zevenhonderd plaatsen in Nederland gehouden. Dankzij die acties komen toch veel mensen vrij.
Een Syrische man, die in Assads kelders was gemarteld, en anderen zeiden dat zij dachten dat het beter met hen ging vanaf het moment dat ze hoorden dat Amnesty voor hen in actie kwam. Ze hadden het idee dat er iemand om hen gaf en begreep wat hen overkwam. Als ik zoiets hoor van familieleden of een advocaat beschouw ik dat als een van de mooiste momenten van mijn werk.”
Dat schrijven is opnieuw ingevoerd. Ook nu weer met een pen. “Als je met de hand een brief schrijft ofwel aan een machthebber ofwel een gevangene, denk je anders na dan dat je iets typt of doorklikt. Het is veel persoonlijker, doorleefder. Het is niet voor niets dat zo’n marathon in zoveel plaatsen plaatsheeft en tienduizenden mensen meedoen.” Vooral veel leden van het eerste uur hechten aan deze vorm van actievoeren.
”Sommige landen zouden haar om die reden de Nobelprijs voor de Vrede willen ontnemen.”
Over het geheel genomen is de werkwijze van Amnesty wel drastisch veranderd. Allereerst richt de organisatie zich ook qua leden op de hele wereld, niet meer vooral op het noordelijke of noordwestelijke deel, en is vooral ‘samen doen’ belangrijk. “Niet meer dat paternalistische. Tegenwoordig is er niet alleen meer waardering, ook meer kritiek. Alle gezaghebbende instituties brokkelen af. Ook wij ontsnappen daar niet aan. We moeten veel meer dan voorheen aantonen hoe we ons werk doen en wat het nut ervan is. Dat is goed, dat houdt ons scherp.
Doordat er zoveel onrecht is in de wereld, is ons werk nooit niet af. Af en toe moeten we even niet aan mensenrechtenschendingen of ellende denken en afstand nemen, om te voorkomen dat we worden meegezogen in de wreedheid, de ondraaglijke lichtheid van het bestaan, of zwaarte in dit geval.” Dan ineens krijgt ook Eduard Nazarski soms berichten onder ogen waarvan hij zich op dat moment afvraagt of hij die had willen weten.
“In 2017 kwam de Myanmarese regeringsleider en vroegere vredesactiviste Aung San Suu Kyi in opspraak vanwege de gruwelijke etnische zuiveringen die het leger pleegt op de Rohingya, een islamitische etnische groep binnen het land. Undercover documentairemakers hebben dat gefilmd. Dat is heel gevaarlijk, want als ze je oppakken ben je er ineens niet meer. Sommige landen zouden haar om die reden de Nobelprijs voor de Vrede willen ontnemen. Dat vind ik begrijpelijk.
We kunnen er ook niet zomaar naartoe om ter plekke actie te voeren. Dat geldt ook voor landen als Noord-Korea, China en Saoedi-Arabië, maar hebben er wel goede contacten. Daarbij streven we naar meerdere contacten per land, omdat we nooit willen afgaan op één geluid, bron of ding. Altijd checken en dubbelchecken.”
Nieuw is ook het feit dat Amnesty in haar onderzoeken steeds meer gebruik maakt van techniek, forensische architectuur en militaire expertise, die ze zelf in huis heeft. “Met satellietbeelden kunnen we nu nagaan wat voor en na een bepaalde datum voor structuren en gebouwen stonden op een bepaald terrein. Zo is goed te zien wat zich daar heeft afgespeeld. Met het project Code Yellow steunen we organisaties steunen in hun strijd tegen cyberaanvallen. Wij nemen hackers in dienst die ons kunnen wapenen tegen overheidshackers en trollenlegers die ons werk onmogelijk willen maken.”
Amnesty Nederland is groter dan de afdelingen in Frankrijk en Duitsland met 100 vaste medewerkers en het enorme aantal van 250.000 betalende leden. Dat aantal blijft stabiel en dat komt, zegt Eduard, doordat het solidariteitsgevoel in Nederland altijd groot is geweest. “Het is altijd vanzelfsprekend geweest ons om anderen te bekommeren.” Om jongeren bij de les te houden zijn er studentengroepen, waarin een kleine duizend studenten actief zijn. “Hun gedrevenheid en enthousiasme zijn fantastisch. Sinds ruim een jaar zijn we ook onder mbo-leerlingen actief. Deze toekomstige politieagenten, beveiligers, verpleegkundigen en verzorgers krijgen immers allen te maken met mensenrechten te maken krijgen. We brengen hen daarmee in aanraking met behulp van bijna leeftijdgenoten die daarover vertellen.
De ontwikkeling van de samenleving kun je afmeten aan de manier waarop zij omgaat met de zwakkeren. Daarom is het zo belangrijk deze jongeren daarbij te betrekken in een fatsoenlijke samenleving, waarin het draait om respect en menselijke waardigheid. Artikel 1 uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens – ‘Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren’ – zegt alles voor mij. Dat kunnen we nog niet realiseren, maar ik wil graag alles doen wat ik kan om daaraan bij te dragen.”
Tekst: Jacques Geluk
Sinds 2006 is Eduard Nazarski directeur van Amnesty International Nederland. Zijn expertisegebieden ...
Offerte opvragen Bekijk het profiel