Waar vroeger de infectie ziekten domineerden zijn nu psychosomatische, stress gerelateerde ziekten sterk in opmars.
Het begrip ziekteverzuim is sterk aan verandering onderhevig. Waar vroeger de infectie ziekten domineerden zijn nu psychosomatische, stress gerelateerde ziekten sterk in opmars.
Onderzoek naar psychologische stress toont aan dat deze vorm van stress een direct effect heeft op het gebruik van het genetische materiaal op ons DNA. De laatste jaren is er wereldwijd heel veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen onze emotionele en onze fysieke gesteldheid, en nu blijkt dat emoties de activiteit van honderden genen veranderen, hetgeen een direct effect heeft op onze gezondheid. Zo wordt bij voorbeeld het ontstekingsniveau door stress verhoogd, wat weer verantwoordelijk is voor een breed scala aan welvaartsziekten. Vermindering van werkstress door een platte managementstructuur, waarbij vertrouwen en eigen verantwoordelijkheid centraal staan, resulteert in een afname van het ziekteverzuim en een grotere arbeidsvreugde.
Het is altijd verrassend om van een zeer bekend begrip de definitie op te zoeken. Zo is ziekteverzuim: afwezigheid op de werkvloer wegens ziekte. Dit lijkt zeer helder en eenduidig, maar de definitie begint al te rammelen bij het begrip afwezigheid. Als een werknemer wel aanwezig, maar feitelijk niet productief is, dan kun je dat als verzuim bij fysieke aanwezigheid beschouwen. Maar het wordt nog veel gecompliceerder bij de analyse van het begrip ziekte. Het tijdperk dat ziekte een straf van de goden was voor begane zonden, ligt ver achter ons. Rond 1900 werd dit begrip sterk gedomineerd door infectieziekten, zoals onder andere polio en tuberculose. Het idee in die tijd was dat, als dergelijke verschrikkelijke ziekten overwonnen zouden worden, het met de gezondheid erg goed zou gaan. Dat er andere aandoeningen voor in de plaats zouden komen werd toen niet verwacht.
”Werkdruk, stress, lifestyle, zwaar bewerkt voedsel, vervuiling et cetera, kunnen een breed scala aan ziekten veroorzaken met een bonte waaier aan verschijnselen.”
Bij infectieziekten is het begrip ziekte helder, de verwekker is microbieel en komt van buiten, de diagnose is eenduidig en de bijbehorende koorts en malaise zijn onmiskenbare tekenen van het ziek zijn. Hierdoor ontstond de opvatting dat bij het begrip ziekte de veroorzaker, de diagnose en de ziekteverschijnselen duidelijk en meetbaar moeten zijn. In de huidige situatie botst deze opvatting vaak met de werkelijkheid, omdat nu de veroorzaker vaak complex is en de diagnose moeilijk te stellen. Werkdruk, stress, lifestyle, zwaar bewerkt voedsel, vervuiling et cetera, kunnen een breed scala aan ziekten veroorzaken met een bonte waaier aan verschijnselen. Omdat bij veel van de huidige aandoeningen de oorzaak vaag of onbekend is, worden deze vaak niet als ziekte erkend, waardoor velen, met de diagnose “tussen de oren”, het bos in worden gestuurd.
Burn-out, vermoeidheidssyndroom, fibromyalgie, depressie, prikkelbare darm syndroom, en Coeliakie behoren onder andere tot die grote reeks aandoeningen waarbij het oude concept van een “eenduidig herkenbare ziekte” niet meer geheel van toepassing is. Bij veel van deze aandoeningen is de oorzaak niet bekend, de diagnose onduidelijk en de therapie slechts symptoombestrijding. Ook wordt er vaak gediscussieerd over het feit of dit wel ziekten zijn.
Zo wordt het chronisch vermoeidheidssyndroom nog nauwelijks als ziekte gezien, terwijl de gezondheidsraad wel benadrukt dat het een ernstige chronische aandoening is, die activiteiten van patiënten aanzienlijk beperkt, waarbij de kans op herstel gering is. De infectieziekten zijn de laatste eeuw drastisch afgenomen, maar het aantal chronisch zieken in ons land is sterk gestegen tot 8,8 miljoen in 2016, hetgeen 52% van de bevolking is. Zo steeg ook het aantal mensen dat antidepressiva slikt, waarvan de teller nu op 1,1 miljoen staat. De aard van de ziekten is dus sterk veranderd, en dit heeft grote consequenties in ons denken over ziekte en ziekteverzuim tot gevolg. Bij infectieziekten is iemand het onschuldige slachtoffer, maar bij de huidige welvaartsziekten is men niet meer het passieve slachtoffer, doch heeft men een actieve inbreng bij het ontstaan van de ziekte. Helaas domineert vaak de passieve houding en is men zich te weinig bewust van wat men hier zelf aan kan doen.
We nemen nu even een biochemisch kijkje in ons lichamelijk functioneren. In iedere cel zit exact hetzelfde DNA dat al onze genen bevat, waarin al onze eigenschappen zijn geprogrammeerd. Als in alle cellen, alle genen op dezelfde manier gebruikt zouden worden, waren we niet meer dan een vormeloze klomp cellen. In de nieren moeten andere functies aanstaan dan in de lever, dus worden de genen in die organen anders gebruikt. Er moeten dus schakelaars zijn die de genen in de cellen aan en uit kunnen zetten. Deze schakelaars heten transscriptiefactoren.
Naast de standaard functionele programmering moet ons lichaam zich steeds aanpassen aan de omgeving, die wij waarnemen met onze zintuigen. Deze waarneming wordt in de hersenen verwerkt, en bestuurt de activiteit van de vele transscriptiefactoren. Als iets gevaarlijk is moet het lichaam anders reageren dan wanneer iets gunstig is, daarom wordt aan iedere waarneming een emotie gekoppeld. Een positieve emotie stuurt andere transscriptiefactoren aan dan een negatieve. Onze emoties, die in het limbisch gebied van de hersenen worden gegenereerd, regelen dus een groot deel van het gebruik van ons DNA.
”De invloed van emoties op ons functioneren is enorm”
Het bewuste denken, dat in de cortex zetelt, kan niet direct ons DNA aansturen, maar alleen indirect via de emoties die door deze gedachten worden opgewekt. De invloed van emoties op ons functioneren is dus enorm, omdat zij rechtstreeks een relatie hebben met het DNA-gebruik, waardoor ze een directe invloed uitoefenen op onze gezondheid. Biochemisch is de enorme impact van emoties op onze gezondheid overduidelijk, maar met de maatschappelijke waardering voor de werking van emoties is het slecht gesteld, waardoor hun invloed op het ontstaan en het verloop van ziekten minachtend wordt afgedaan als “tussen de oren”.
Hoe emoties inwerken op het gebruik van genen op het DNA is nogal complex, maar laten we er een onderdeel uitlichten; de regulatie van genen die betrokken zijn bij ontstekingsprocessen. De bestudeerde emoties variëren van eenzaamheid tot goede sociale contacten, een sterke of zwakke economische situatie, een hoge of lage sociale rangorde, waardering versus gebrek aan erkenning, optimisme of pessimisme, en allerlei vormen van chronische stress. De invloed van dergelijke emoties werd bestudeerd in relatie tot onder andere tumorgroei, virale infecties, aderverkalking, diabetes en zelfs levensverwachting. De resultaten tonen overduidelijk de relatie tussen emoties en de gezondheidstoestand aan.
Via de activatie van specifieke transscriptiefactoren sturen emoties de productie van een breed scala aan ontstekingseiwitten, die weer samenwerken met allerlei witte bloedlichaampjes. Zo is aderverkalking een ontstekingsproces in de bloedvatwand, waarbij zeer agressieve stoffen, zoals waterstofperoxide, gevormd worden. Hierdoor wordt onder andere cholesterol geoxideerd, waardoor het neerslaat. In een prachtig recent onderzoek is het duidelijk geworden dat aderverkalking niet afhangt van hoe hoog je cholesterol is, maar van de mate van ontsteking in de bloedvaten.
In een bepaald hersendeel, de amygdala, kun je meten hoe sterk iemand op stress reageert, en dit is direct gecorreleerd aan de ontstekingsgraad in de aorta. Er is niet alleen een directe relatie tussen aderverkalking en stress, maar vooral ook hoe iemand met die stress omgaat. De ontstekingseiwitten, die bij negatieve emoties extra worden gevormd, heten cytokinen. Er zijn cytokinen die in de hersenen het slaapcentrum activeren, waardoor iemand zich altijd moe voelt en andere cytokinen die de pijn verhogen. In de hele reeks hedendaagse ziekten spelen deze cytokinen en de ontstekingsreacties een grote rol. Bij een burn-out zorgen de cytokinen niet alleen voor de vermoeidheid, maar treedt er ook een beschadiging in de hersenen op. Bij fibromyalgie zijn grote delen van de hersenen ontstoken en is de pijnbeleving sterk aangetast. Het boek, “Het emotionele DNA”, behandelt de relatie tussen gevoelens en DNA gebruik, en toont aan hoe diep gevoelens op onze gezondheid inwerken.
Het beeld dat men van DNA heeft, is dat de genetische informatie statisch en onveranderlijk is. Dat is helemaal correct, maar er is nauwelijks iets dynamischer voor te stellen dan het gebruik van dit statische DNA. Alle bestaande levensvormen, zowel bacteriën, planten als dieren, moeten zich continu aanpassen aan de omstandigheden waarin zij leven, variërend van gewone dag en nachtritmen, tot plotselinge dramatische veranderingen. De vele honderden transscriptiefactoren bespelen de tienduizenden genen in relatie tot de omgeving, wat het verschil tussen harmonische en stressvolle situaties enorm maakt.
De stressreactie start bij het waarnemen van gevaar via de zintuigen, en zet honderden functies in een andere stand voor de fight or flight respons. Niet alleen hartslag, bloeddruk en adrenaline veranderen, maar ook het metabolisme, vruchtbaarheid, slaapritme, immuunsysteem, pijngevoeligheid ofwel; bijna alles verandert bij stress. Het lichaam spreekt dan al zijn reserves aan en zet functies in een extreem hoge stand, om dit alles te kunnen overleven.
Dit is prima en zodra het gevaar geweken is, normaliseert alles weer. Deze natuurlijke stressrespons is dus gunstig, maar nu zit er een addertje onder het gras.
”Wil men ziekteverzuim beteugelen, dan is het verminderen van de psychologische stress een logische aanpak”
Bij de mens verschijnt er plotseling een geheel nieuwe vorm van stress, de psychologische stress. Het niet lekker in je vel zitten start exact dezelfde stressrespons; dus zorgen beïnvloeden je slaapritme, je libido en vruchtbaarheid, je metabolisme, je ontstekingsprofiel en ga zo maar door. Het vervelende is dat psychologische stress gemakkelijk chronisch wordt, en geen natuurlijke aan- of uitknop heeft. Dus de natuurlijk reactie van hoge bloeddruk bij stress kan geen kwaad, maar als deze chronische wordt is er wel een probleem. Gevoelens zoals eenzaamheid, onzekerheid, gebrek aan erkenning en waardering, starten een chronische stressrespons, met alle ziekmakende aspecten van dien.
Psychologische stress activeert het afweersysteem op exact dezelfde manier als natuurlijke stress. De verhoogde ontstekingsgraad, met al de daarbij behorende cytokinen, staat aan de basis van de vele hedendaagse ziekten. Behalve het afweersysteem verandert er nog veel meer, zoals bij voorbeeld: het metabolisme, wat onder andere obesitas, anorexia of diabetes tot gevolg kan hebben. Wil men ziekteverzuim beteugelen, dan is het verminderen van de psychologische stress een logische aanpak, al zal er altijd wel een vorm van deze stress blijven bestaan. Daarom is het raadzaam bij emotionele tegenwind, in plaats van tegen de windmolens te gaan vechten, zorgen dat deze emoties niet onze gezondheid beschadigen.
De enorme toename van de hedendaagse welvaartsziekten, waarbij nu al de helft van de bevolking één of andere chronische aandoening heeft, kan natuurlijk niet door één simpel feit verklaard worden. Wel is duidelijk dat al die ontsteking gerelateerde ziekten, met de daarbij optredende vermoeidheden, pijnen en depressies, een duidelijke relatie hebben met psychologische stress. Hierdoor wordt het gengebruik op het DNA chronisch verkeerd aangestuurd. Er zijn vele oorzaken van de toegenomen psychologische stress, maar een belangrijke reden is de vertrouwenskloof. De drift naar zekerheden is volkomen doorgeslagen, waardoor nu alles moet worden geprotocolleerd en geadministreerd, en er geen basaal vertrouwen meer is.
De arts is meer dan de helft van zijn tijd kwijt aan administratie en als hij van het protocol afwijkt, wordt hij ofwel niet vergoed, of zelfs uit zijn ambt gezet. De student wordt verstikt in regeltjes en studiepuntjes, en in plaats van zich wetenschappelijk te ontwikkelen zit hij in een dwangbuis van administratieve protocollen. Het is nog niet zo lang geleden dat niemand het begrip burn-out kende. Is er een relatie tussen ziekteverzuim en het vertrouwen op de werkvloer Management modellen kunnen sterk variëren, en ook hier bestaat een sterke hang naar controle, en is vertrouwen vaak niet meer het standaard uitgangspunt.
Moeten werknemers verantwoording afleggen of verantwoordelijkheid nemen? Vaak gaan kwartaalcijfers en korte termijn planning boven de werkelijke belangen. Moet alles zo efficiënt en goedkoop mogelijk, of is er waardering voor vakmanschap en kwaliteit? Zonder vertrouwen en eigen verantwoordelijkheid is arbeidsvreugde laag en zal ziekteverzuim stijgen. Het verminderen van de psychologische stress op de werkvloer kan worden aangepakt door het invoeren van management structuren, die meer op vertrouwen zijn gebaseerd dan op controle, en door het geven van eindverantwoordelijkheid over hun werk aan de werknemers.
Ook bij het ideale management model zal er altijd stress zijn. Met een korte werkstress voor het halen van een deadline is niets mis, maar er zal ook meestal een chronische werkstress component blijven. De negatieve effecten van deze onvermijdelijke werkstress kan men beheersbaar maken door ergens in de dag een korte time-out in te voeren.
Even terug naar onze transscriptiefactoren. Alle vormen van stress, dus ook psychologische stress, activeren verschillende groepen transscriptiefactoren en veranderen de aansturing van onze genen. Hierdoor komt ons lichaam in de “fight or flight” toestand die, als deze te lang duurt, schadelijk gaat worden.
Als men zich nu twintig minuten helemaal concentreert op het hier en nu, en probeert even nergens aan te denken, dan gebeurt er van alles in de hersenen. De doorbloeding verandert, andere neurotransmitters worden gevormd en hersengebieden, die betrokken zijn bij het starten van de stressrespons, krijgen een andere activiteit. De grote hormoonfabriek, de hypofyse, gaat een heel ander patroon aan hormonen produceren. Deze twintig minuten innerlijke rust zorgen er ook voor dat de transscriptiefactor activiteit weer in neutraal wordt gezet, waardoor de negatieve effecten van stress geneutraliseerd worden. Het duurt weer ongeveer vierentwintig uur, voordat alle transscriptiefactoren weer die oververhitte toestand hebben bereikt. Dus als men iedere dag even twintig minuten die innerlijke rust opzoekt, dan is er nog steeds stress, maar het beschadigende effect hiervan is weggenomen.
Men zal zelf ruimte moeten maken voor twintig minuten zonder door iets of iemand gestoord te worden.
Hoewel deze twintig minuten meditatieve rust een erg krachtige werking hebben, moet men hierbij wel zijn eigen creativiteit aanspreken om dit te kunnen realiseren. Het is niet een alternatieve lunch of koffiepauze, en ook niet iets dat door de werkgever kan worden georganiseerd. Men zal zelf ruimte moeten maken voor deze twintig minuten zonder door iets of iemand gestoord te worden. Als dit moeilijk is in te passen in een dagritme waarbij “druk, druk, druk” overheerst, dan wordt het hoog tijd om eens voor de spiegel te gaan staan en de vraag te beantwoorden of je nu echt wel zo zinnig bezig bent.
Wil je ziekteverzuim verminderen, dan is het belangrijk een werksfeer te creëren, waarin waardering en vertrouwen heerst, met een zo plat mogelijke organisatie structuur. Ook is het stimuleren van een korte, dagelijkse time-out essentieel, want dit totaal ontspannen moment harmoniseert het gebruik van onze genen en is het beste anti-stress middel.