Prof. dr. Abram de Swaan is emeritus universiteitshoogleraar Sociale Wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Bovendien is hij adjunct professor Psychiatrie aan de Icahn School of Medicine van het Mount Sinai Hospital in New York. In 2014 is zijn veelbesproken boek Compartimenten van ...
Prof. dr. Abram de Swaan is emeritus universiteitshoogleraar Sociale Wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Bovendien is hij adjunct professor Psychiatrie aan de Icahn School of Medicine van het Mount Sinai Hospital in New York. In 2014 is zijn veelbesproken boek Compartimenten van vernietiging; over genocidale regimes en hun daders verschenen. In 2008 heeft hij voor zijn hele Å“uvre de P.C. Hooftprijs gekregen.
De Swaan was eerder hoogleraar sociologie (1973-2001) en medeoprichter en directeur, en later voorzitter, van de Amsterdamse School voor Sociaalwetenschappelijk Onderzoek. Hij debuteerde in 1968 met Amerika in termijnen; een ademloos verslag uit de USA en promoveerde in 1973 cum laude op Coalition theories and cabinet formations. De Swaan volgde de opleiding aan het Psychoanalytisch Instituut in Amsterdam en praktiseerde als psychoanalytisch therapeut van 1973 tot 1984. Van 1969 tot 1991 was hij redacteur van het algemeen cultureel maandblad De Gids en maakte met Paul van den Bos een reeks tv-documentaires en reportages over popmuziek. Hij heeft talrijke publicaties vertaald in een tiental talen.
Abram de Swaan spreekt geregeld, naar aanleiding van zijn boek ‘Compartimenten van vernietiging; over genocidale regimes en hun daders (2014)’, over de vergelijkende studie naar de massale massavernietigingscampagnes in de twintigste eeuw. Hij geeft ook veel voordrachten over zijn vroegere onderwerpen: de opkomst van de verzorgingsstaat in Europa en Amerika sinds 1500. En: “Over de talen in de wereld, een soort zonnestelsel met duizenden maantjes van schriftloze talen aan de buitenkant en in het midden het zwarte gat van het Engels, dat alles opslorpt.†In Woorden van de wereld (2002), zijn eigen favoriete boek, gaat het niet over vernietiging, maar over het bijeenhouden van zesduizend taalgroepen die elkaar allemaal niet begrijpen door de veeltaligen, die zorgen dat die groepen toch onderling verbonden blijven.