This site requires JavaScript to render the code.

Need to know how to enable JavaScript? Go here.

Speakers
Ionica Smeets - ©Stefan Witten

Goed communiceren is nog niet zo makkelijk

Ionica Smeets leidt als hoogleraar wetenschapscommunicatie aan de Universiteit Leiden studenten op voor de masterspecialisatie Wetenschapscommunicatie en Maatschappij. Binnen dit vakgebied onderzoekt ze de kloof tussen deskundigen en het algemene publiek en bekijkt ze wat er misgaat als deze groepen met elkaar communiceren. Ze kijkt ook naar de rol van de media als het gaat om de correcte weergave van feiten. En wat doet ze met al die goedbedoelde, maar ongevraagde en niet altijd juiste adviezen die ze als moeder van twee prachtige kinderen krijgt?

prof. dr. ir. Ionica Smeets

Hoogleraar Wetenschapscommunicatie

Een beetje deftig is de titel wel van de oratie die Ionica Smeets 13 mei 2016 houdt aan de Universiteit Leiden, ter gelegenheid van haar aanstelling als hoogleraar Wetenschapscommunicatie: ‘Enige beschouwingen over de waarde der wetenschapscommunicatie’. Dat hoort ook zo, het is tenslotte een formele bijeenkomst. Hoe ze het zegt is nog belangrijker dan anders, Haar inaugurele rede gaat over wetenschap en communicatie en hoe het daartussen kan misgaan. Inmiddels bijna twee jaar later is het onderwerp nog immer actueel: “Er bestaat een kloof tussen (wetenschappelijke) experts en het gewone publiek. Soms is zelfs sprake van spraakverwarring. De manier waarop persberichten van universiteiten in de media terechtkomen kan daaraan bijdragen. Mede daarom heb ik tijdens mijn oratie aangekondigd in kaart te zullen brengen hoe vertekend kranten universitaire persberichten weergeven. De resultaten van dat onderzoek komen er binnenkort aan.” De journalistiek staat onder druk en media nemen veel meer berichten direct over, constateert Ionica. “Journalisten hebben ook een zeer groot vertrouwen in universiteiten als bron. Ze nemen berichten van bedrijven of politieke partijen niet zomaar over, maar als de wetenschap iets meldt ‘moet het wel goed zijn’. Dat is een interessant gegeven.” Ionica heeft het onderzoek samen uitgevoerd met dr. Peter Burger van de afdeling Journalistiek en Nieuwe Media en prof. dr. Mattijs Numans, hoogleraar huisartsengeneeskunde aan het Leids Universitair Medisch Centrum. “In Leiden heb je mensen van alle disciplines bij elkaar! De studenten die hebben meegewerkt studeren eveneens drie verschillende richtingen.”

Tijdens het onderzoek zijn persberichten van alle universiteiten en universitair medische centra bekeken. Als uitgangspunt zijn ongeveer 130 gepubliceerde wetenschappelijke onderzoeken over gezondheid genomen. “In databanken van de grootste kranten en nieuwssites hebben we gezocht naar de artikelen die daarover zijn geschreven en die met de oorspronkelijke persberichten vergeleken. We hebben ze in setjes geanalyseerd om te kijken of en waar het mis was gegaan. Dat was echt monnikenwerk.” Je kunt zeggen dat wetenschappers proberen zichzelf te verkopen en journalisten alles opblazen. Ionica denkt aan een onschuldiger verklaring. “Door een gemakkelijker formulering te gebruiken, die voor meer mensen te begrijpen is, valt de nuancering een beetje weg. Als je zegt dat een relatie gevonden is tussen een creatief beroep en de ziekte van Parkinson is dat een genuanceerde zin. Wanneer je zegt dat een creatief beroep beschermt tegen Parkinson is dat weliswaar een stuk korter, maar is de betekenis niet helemaal hetzelfde. Zelf hebben we een studie gedaan naar het overdrijven van verbanden, maar dan realiseerden we ons ineens dat we vaak iets opschreven zonder dat we dat konden bewijzen. We deden dus ons best iets even lekker leesbaar op te schrijven en voordat we het wisten gingen we zelf ook de fout in. Killing!”

Twee passies
Wetenschap én taal zijn twee hele belangrijke passies, die Ionica bovendien prachtig combineert in haar vakgebied wetenschapscommunicatie. “Het is leuk te ervaren dat iedere groep mensen haar eigen jargon heeft en dat zijn echt niet alleen wetenschappers, experts of mensen die iets heel moeilijks doen. Ik merk dat soms wanneer ik als spreker ben uitgenodigd en de organisatie mij uitlegt waarover zo’n dag gaat. Binnen drie zinnen zeggen ze al iets waarvan ik niet weet wat het is. Dat betekent dat mensen die alles over een onderwerp weten een volkomen onbegrijpelijk verhaal kunnen houden.” Ze geeft, zoals ze het zelf noemt, een absurd voorbeeld: “Ik heb vrij vaak advies gegeven over het vertalen van vaktermen in populairwetenschappelijke boeken, wanneer vertalers daar zelf niet uitkwamen. Op een gegeven moment werd een boek vertaald over wiskunde, waar ik zelf op promoveerde. Ik vroeg een studente of zij wist wat de Nederlandse vertaling is van een paar wetenschappelijke wiskundige termen. Ze had geen idee, want we praten er altijd in het Engels over. Op de gang vroeg ik hetzelfde aan iemand, maar kreeg als antwoord: ‘Waarom zou je dat willen?’ Moet je dan zelf een woord verzinnen, zoeken of kijken of een Vlaming een goede term heeft bedacht? Vertaling of oorspronkelijk Nederlands, eigenlijk maakt het niet uit; als je wetenschap en het bijbehorende jargon uitlegt luistert het allemaal zeer nauw.”

Zelfs wanneer de uitleg klopt, dan nog kunnen mensen die anders interpreteren dan de wetenschapper bedoelt. Of zelfs geen idee hebben. Geen wonder dat Ionica Smeets dat zeker in haar rol als hoogleraar wetenschapscommunicatie heel interessant vindt. “Als ik iets vertel over niet-partiële differentiaalvergelijkingen snap ik dat de meeste mensen daarvan niet op de hoogte zijn. Dat geldt ook voor artsen die de Latijnse namen van ziekten kennen, maar weten dat de patiënt die niet kent. Ook zijn er veel begrippen die voor leken iets anders inhouden dan voor deskundigen. Ik geef een voorbeeld. Een arts zegt tegen een patiënt dat haar gewicht stabiel is. Zij vat dat op als goed, want stabiel is een positief woord. Het kan echter ook betekenen dat haar gewicht nog steeds veel te hoog is, maar op hetzelfde niveau is gebleven. Dat is dus niet goed.” In haar oratie geeft Ionica aan dat een klassieke studie uitwijst dat artsen en patiënten ook andere gangbare medische termen verschillend interpreteren. De meeste patiënten omschrijven diarree als veel ontlasting in korte tijd, de meeste dokters kiezen voor dunne ontlasting. “Een nuanceverschil, maar het is belangrijk precies te weren wat een patiënt bedoelt als hij een klacht noemt. Miscommunicatie kan dus grote gevolgen hebben in de medische wereld.”

Wat denk je bij het woord robot?
Een ander voorbeeld. “Experts praten enthousiast over robots, maar denken er niet over na welk beeld hun toehoorders daarbij hebben. Veel mensen denken aan een soort mensachtig poppetje, anderen aan een ‘terminator’. De meeste robots in Nederland lijken helemaal niet op ons. Het zijn robotarmen, armpjes die een monotoon of ingewikkelder taakje doen in de fabriek of de operatiekamer. Speciale pakken waarin mensen met een verlamming weer kunnen lopen zijn ook robots. Met één woord kun je dus veel verschillende dingen bedoelen, maar dat is niet het probleem van het algemene publiek. In dit geval moet een deskundige heel duidelijk maken wat hij precies bedoelt met het woord robot.” Iedereen herkent dit soort interpretatie- en nuanceverschillen wel. “Laatst sprak ik Frits Spits tijdens het Onze Taal-congres, waar hij de Visser-Neerlandiaprijs heeft gekregen. Hij vertelde dat hij de fout was ingegaan toen hij dacht dat de kijkoperatie die hij zou krijgen (net als vroeger) ook echt een kijk-operatie was. Het is nu een echte operatie. Het woord operatie zit er wel in, maar iedereen focust op het kijken en dan begint de spraakverwarring”, lacht Ionica.

Ongevraagd advies
Het gesprek komt op een heel andere vorm van communicatie, die ook tot misverstanden en soms tot irritatie kan leiden. Ionica Smeets heeft twee prachtige kinderen. Tex is zeven, Rifka bijna drie. Ze schrijft in Kek Mama columns over wat ze als moeder allemaal meemaakt, wat in 2016 heeft geresulteerd in het boek ‘Zoete kinderen eten geen suiker’, waarin ze fabeltjes over zwangerschap en opvoeding aan de hand van de wetenschap ontkracht. Dat zit zo. “Zwanger van de eerste kreeg ik voortdurend ongevraagd advies van allerlei mensen. Dat was voor mij vrij nieuw. Ik was nog helemaal wiskundige en niemand bemoeide zich met wat ik deed. Mensen zeiden ineens wat ik moest doen en laten en dan ging ik dat opzoeken. Toen ik dat voor de tiende keer deed, voelde ik dat ik daar stukjes over moest gaan schrijven, ook al omdat de miscommunicatie die steeds ontstond soms best grappig was. Een mooi voorbeeld. Tex had pseudokroep, een nare, maar onschuldige hoest. ’s Nachts belden we de huisartsenpost voor advies. We moesten stomen, maar een bevriende arts zei dat er helemaal geen bewijs is dat stomen werkt. Dat advies is volgens hem alleen bedoeld om ouders wat te doen te geven, zodat ze rustig blijven en ook de kinderen niet in paniek raken. Dus keken we ’s nachts ‘Sesamstraat’-filmpjes met ons hoestende kind. Daar werden we heel rustig van. Later belden we de huisartsenpost nog een keer en weer kregen we hetzelfde advies. Stomen. De assistente, die daartoe vast instructie had gekregen, bleef erbij, ook al zei ik dat wij wisten dat het niet zou helpen.” Weet ze eigenlijk waarom kinderen later zindelijk zijn dan vroeger? Omdat Pampers lekker makkelijk zijn en luiers wassen niet meer hoeft? Ze heeft ook daar heel wat over te horen gekregen, maar zelf probeert Ionica geen ongevraagd advies te geven.

Wat het overbrengen of verkopen van boodschappen betreft, of het nu gaat over wetenschappelijke onderwerpen heeft Ionica een goed advies: “Presenteer het net even anders, zodat je aansluiting kunt maken met je toehoorders. Denk goed na over wie je wat wilt vertellen en in welke context. ‘Framing’, het kader, het verband waarin je dat doet is heel belangrijk. Een uitleg over ribbels in het asfalt voor een verkeerslicht is niet sexy, maar als je praat over anti-rimpelcrème voor asfalt heeft het ineens ieders belangstelling.”

Nog meer trucs
Ze houdt van literatuur en toneel en daarom weet taalfan Ionica dat veel van de trucs die men gebruikt om mensen in een boek, verhaal, film of toneelstuk te zuigen ook te gebruiken zijn om serieuze onderwerpen toegankelijk te maken. “Daarom moeten er ook grappen in mijn verhaal zitten. Ik flap er ook wel eens stomme dingen uit en soms is dat gênant, maar heb gemerkt dat mensen juist daardoor goed onthouden wat ik vertel. Dat werkt overigens alleen wanneer de grap is gekoppeld aan en past bij het punt dat je wilt maken.”

prof. dr. ir. Ionica Smeets

Hoogleraar Wetenschapscommunicatie

Ionica Smeets onderzoekt binnen de wetenschapscommunicatie de kloof tussen experts en algemeen...

Offerte opvragen Bekijk het profiel